492107546
Het aantal deelnemers aan het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) dat onder verscherpte risicobewaking staat is opnieuw toegenomen. Eind 2016 ging het hierbij om 53 deelnemers (18 procent van het totaal) tegenover 48 deelnemers (16 procent) in 2015 en 35 deelnemers (11 procent) in 2014.
Van deze 53 deelnemers vallen er zes in de categorie ‘rood’, één minder dan in 2015, zo leert het WFZ-jaarverslag 2016. De meest risicovol geachte deelnemers hebben te kampen met ernstige liquiditeitsproblemen, meerjarig negatieve exploitatieresultaten of een uiterst zwak dan wel negatief eigen vermogen. De zes ‘rode’’ instellingen zijn afkomstig uit alle vier de deelsectoren en zijn samen goed voor langlopende WFZ-garanties van in totaal 134,7 miljoen euro.
Bij ‘oranje-deelnemers’ is eveneens sprake van zorgelijke situaties, maar met een minder urgent karakter. Te denken valt aan zorgaanbieders met een zeer zwak vermogen van 5 à 10 procent of meerjarige exploitatietekorten. Het gaat hierbij om 16 deelnemers tegen 18 in 2015. Met 31 deelnemers (23 in 2015) zit de grootste groei zit in de categorie ‘geel’. Bij deze WFZ-deelnemers zijn de problemen minder urgent zijn, maar er is voldoende reden de vinger goed aan de pols te houden. Het gaat hierbij om 31 deelnemers (2015: 23 deelnemers).
In totaal hadden 48 WFZ-deelnemers (16 procent) een negatief exploitatieresultaat. Het grootste exploitatietekort was ruim 28 procent.
Ingrijpende veranderingen
“De stijgende lijn in het aantal zorginstellingen onder verhoogde bewaking weerspiegelt de ingrijpende veranderingen die alle zorgsectoren doormaken, en de aanpassingsproblemen die dit met zich meebrengt”, zegt WFZ-directeur Herman Bellers. “Om die reden beoordeelt het WFZ alle aangesloten zorginstellingen tegenwoordig niet meer één keer per jaar, maar twee keer. Hierdoor krijgen we eventuele probleemsituaties tijdig in beeld. Die deelnemers worden vervolgens op de voet gevolgd.”
Ggz-instellingen zijn relatief oververtegenwoordigd in de risicocategorie. Maar liefst 43 procent van de WFZ-deelnemers in de ggz-sector staat onder verhoogde risicobewaking van het WFZ. Ter vergelijking: onder deelnemers uit respectievelijk de ziekenhuissector, ouderenzorg en gehandicaptenzorg is dit percentage respectievelijk 19 procent, 16 procent en 10 procent.
Zorgen
“We zien momenteel vooral in de ggz veel instellingen die het moeilijk hebben”, reageert bellers. “De bedden-afbouw, de moeizame verschuiving naar ambulante zorg, de herverkaveling van activiteiten over verschillende zorgwetten, de versnippering over gemeenten, en de hiermee samenhangende administratieve en financiële perikelen blijken bij elkaar genomen voor veel instellingen maar lastig te behappen. Het WFZ gaat er van uit dat dit de komende jaren wel wat zal bijtrekken, maar op dit moment baart de situatie van veel ggz-aanbieders ons zorgen.”
Degelijkheid
Ondanks de risicotoename onder de WFZ-deelnemers is de financiële degelijkheid van het WFZ zelf geen reden tot zorg, benadrukt de vangnetorganisatie. De risicobuffer vertoont zowel als percentage van de uitstaande garanties als in euro’s een geleidelijke stijging en biedt naar inschatting voldoende incasseringsvermogen voor eventuele faillissementen.
De omvang van de garantieverlening door het WFZ was in 2016 229 miljoen euro, een forse afname ten opzichte van de 442 miljoen euro in het voorgaande jaar. Ter verklaring wijst het WFZ er op dat de investeringsactiviteiten bij intramurale zorginstellingen thans op een laag pitje staan door de beleidsmatige ontwikkelingen. Ook de onzekerheid over de inkomsten in de komende jaren beperkt zowel de behoefte als de mogelijkheden om grote investeringen te doen.