Foto: SUPERMAO/stock.adobe.com
Twee derde van de groep verloor ten minste 1 procent van het gewicht. Sommige uitschieters verloren maar liefst 20 kilo, maar er was ook een groep van honderd deelnemers die zwaarder werd. De kwaliteit van leven van alle deelnemers verbeterde gemiddeld. Ongeveer de helft van de deelnemers gaf aan dat ze minder problemen hadden met mobiliteit, dagelijkse activiteiten, pijn, en angst en somberheid.
Eerste indruk
Het gaat om een eerste indruk, benadrukt de RIVM. Veel van deze deelnemers zijn in 2020 en 2021 gestart met de behandelfase. De coronapandemie en de landelijke maatregelen om verspreiding van het virus tegen te gaan, hebben veel invloed gehad op het dagelijks leven van mensen. Zo moesten sommige GLI-bijeenkomsten digitaal plaatsvinden en ook kan besmetting met het virus effect hebben gehad op de gezondheid van mensen.
Staatssecretaris Maarten van Ooijen wijst erop dat relatief veel mensen met zeer ernstig overgewicht een GLI-programma volgen. “Het is de vraag of voor deze groep de huidige GLI-programma’s wel voldoende zijn”, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. “Ik neem dit aandachtspunt dan ook mee in de implementatie met het veld en in de communicatie over de GLI.”
Instromers gedaald
In totaal is er nu ongeveer 19,5 miljoen euro vergoed voor de GLI, waarvan 11 miljoen euro in 2021. Voor dit geld zijn in totaal 48.688 mensen bereikt. Opvallend is dat in de eerste vijf maanden van 2022 het aandeel instromers flink lager lag dan in de eerste helft van 2021. Hierdoor ligt het aantal instromers ook onder de prognose van het RIVM.
In de toekomst wil het RIVM verder inzoomen op de effectiviteit van de leefstijlinterventies voor specifieke groepen. Van Ooijen verwacht bij een volgende uitgebreide rapportage in het najaar van 2023 meer resultaten te kunnen delen.
Arbeidsomstandigheden
Onlangs vertelde professor Lex Burdorf van Erasmus MC al dat de leefstijlinterventies zoals ze nu worden ingezet nauwelijks werken. Het bereik is relatief laag en de effectiviteit minimaal. Hij pleit ervoor om ook naar andere facetten van iemands leven te kijken om de gezondheid te verbeteren, bijvoorbeeld op het werk. “De crux zit hem er volgens mij vooral in dat je niet alleen op leefstijl moet inzetten, maar ook op arbeidsomstandigheden en ook op de omgeving.”
Het preventiebeleid komt sowieso maar moeilijk van de grond. Uit nieuwe cijfers blijkt bijvoorbeeld dat het anti-rookbeleid weinig effect heeft om de laatste groep rokers te doen stoppen. Onder jongeren van 16 tot 20 is er zelfs een kleine stijging, mede door de populariteit van e-sigaretten.
Frank Conijn
T.a.v. de laatste alinea: die wekt de indruk dat jongeren vaker tabak gaan roken door de populariteit van e-sigaretten. Maar dat is niet zo. De totale gebruikscijfers stijgen wel, maar dat zijn dus de cijfers van tabakrokers en e-sigaretgebruikers bij elkaar opgeteld.
En dan moet nog de invloed van de lockdowns verdisconteerd worden. De die deden jongeren meer tabak roken en e-sigaretten gebruiken.