Na de ophef over zwijgcontracten met gedupeerden in de zorg hebben vier mensen zich gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Die kan niets zeggen over de inhoud, alleen dat de meldingen in behandeling worden genomen.
Het programma Argos besteedde onlangs aandacht aan de dood van het 21-jarige hockeytalent Rogier Mooij. Hij stierf in november 2014 in het Tergooiziekenhuis in Hilversum aan een ontstoken hartzakje, zonder dat een specialist hem had gezien. Het ziekenhuis bleek een schikking te hebben getroffen met de moeder van Mooij. In ruil voor de vergoeding zou ze niet naar de tuchtrechter stappen en zou ze haar aangifte bij de politie intrekken.
Minister Edith Schippers (Volksgezondheid) had patiënten en nabestaanden opgeroepen om zich te melden als ze ook zo’n zwijgcontract hebben geketend. “Onacceptabel als mensen niet naar de rechter kunnen”, aldus de minister. Het afsluiten van zulke zwijgcontracten is echter niet verboden. Daarom gaat Schippers onderzoeken of en hoe de wet kan worden aangepast.
Jansen Steur
Letselschadespecialist Yme Drost noemt zwijgcontracten “absoluut verwerpelijk” en is blij dat Schippers in actie komt. “Je schept een mogelijkheid dat je een arts laat aanklooien. Daar wordt een grens overschreden. Een instelling stelt zijn goede naam voorop en niet de kwaliteit van de zorg”, aldus Drost.
Drost zegt dat hij maar één keer eerder zoiets heeft gezien: jaren geleden, bij een slachtoffer van neuroloog Ernst Jansen. Die vrouw kreeg een schadevergoeding, op voorwaarde dat ze niet naar de tuchtrechter zou stappen. Later bleek dat Jansen nog veel meer slachtoffers had gemaakt.
De patiëntenfederatie NPCF wil ook een einde aan de zwijgcontracten. “Ziekenhuizen moeten fouten melden bij de inspectie. Alleen zo kunnen zij en anderen leren van fouten”, vindt de organisatie.