Voor een op de vijf zorggebruikers kan de rekening voor de eigen bijdrage voor een Wmo-voorziening ook dit jaar hoog uitvallen. Vooral mensen bij wie het overgangsrecht per 1 januari is afgelopen en minimaal een modaal inkomen hebben, zullen de portemonnee moeten trekken.
Dit schrijft Binnenlands Bestuur.
Het gaat om mensen met een (boven)modaal inkomen die niet aan hun wettelijk vastgelegde, persoonlijk plafond zitten. Voor het gros van alle 90 duizend zorggebruikers liep in 2015 het overgangsrecht af. Zij hebben toen de grootste financiële klap moeten opvangen, nu zijn de overige zorgbehoevenden aan de beurt vanwege het aflopen van het overgangsrecht van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De eerste rekening voor 2016 is net binnen of valt een dezer dagen bij de zorggebruikers op de deurmat.
Het overgangsrecht hield in dat mensen, voor de duur van hun indicatie vanuit de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz) en/of tot 1 januari 2016, dezelfde zorg kregen als onder de Awbz én een eigen bijdrage moesten betalen. Na afloop van het overgangsrecht is de cliënt aangewezen op het gemeentelijke tarief voor een Wmo-voorziening en het gemeentelijk eigen bijdragenbeleid. Velen van hen zien dan de rekening fors stijgen, aldus Binnenlands Bestuur. Als gemeenten ook nog eens de uurtarieven verhogen, loopt de rekening verder op. Mensen zien af van zorg of overwegen dit te gaan doen.