Erasmus MC geeft als belangrijke reden aan dat het fusietraject te lang duurt – inmiddels vijf jaar, maar ook dat “de tijden, het speelveld en het denken over fusies in die tijd is veranderd”. Beide ziekenhuizen willen liever “hun energie richten op samenwerking met betrekking tot zorginhoud”.
Diepgaand onderzoek
De ACM deed een diepgaand onderzoek naar de gevolgen van deze overname voor de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg in de regio Rijnmond. De ACM heeft de partijen geïnformeerd over de voorlopige resultaten van het onderzoek, waarna de ziekenhuizen hun aanvraag voor goedkeuring van de overname hebben ingetrokken.
Wat de voorlopige resultaten van het onderzoek waren, maakt de ACM niet bekend. Vorig jaar was al duidelijk dat de marktautoriteit niet erg enthousiast was. De organisatie concludeerde toen in een eerste studie dat de overname “mogelijk negatieve gevolgen kon hebben voor de prijs, kwaliteit en innovatie van de zorg”.
Onderhandelingspositie
Bovendien zag de ACM dat er kans was op een “te sterke onderhandelingspositie” van de combinatie Erasmus MC/IJsselland met zorgverzekeraars. Die vreesden dat ze bij de inkoop van zorg voor hun verzekerden niet meer om het fusieziekenhuis heen konden, lieten ze weten aan de ACM. Onder meer daardoor besloot de ACM dat meer onderzoek nodig was.
In dit onderzoek voerde de ACM economische analyses uit, bestudeerde documenten van de ziekenhuizen en sprak met andere ziekenhuizen, huisartsen en zorgverzekeraars. De ACM stelde ook vragen aan Erasmus MC en IJsselland ziekenhuis over patiëntenzorg en de onderhandelingen met zorgverzekeraars.
Strategisch partnerschap
Erasmus MC en IJsselland zetten hun strategisch partnership wel voort. Beide ziekenhuizen werken al intensief samen op het gebied van IC-zorg en maag-, darm- en leverzorg. Ze gaan nu verkennen hoe de samenwerking het beste vorm gegeven kan worden.
Bestuursvoorzitter Albert van Wijk van IJsselland Ziekenhuis laat weten dat de samenwerking “zeker verder zal uitbreiden”. Van Wijk: “Kwaliteit en efficiency kunnen zo hand in hand gaan met de beste zorg voor de patiënt.”