De zogeheten ‘exposure in vivo-behandeling’ is bij de behandeling van chronische op termijn kosten-effectiever dan de fysiotherapeutische behandeling zoals die nu door de Nederlandse richtlijn wordt voorgeschreven. Dat constateren onderzoekers van het Expertisecentrum Pijn en Revalidatie van Adelante en de vakgroep Clinical Psychological Sciences van de Universiteit Maastricht (UM).
Uit het onderzoek komt naar voren dat ‘exposure in vivo’ in de periode na behandeling tot een betere kwaliteit van leven leidt dan de fysiotherapie. Wel zijn de kosten van een exposurebehandeling hoger. Maar daar staat tegenover dat patiënten in de zes maanden na de behandeling minder zorgkosten maken. Ze namen bijvoorbeeld minder medicijnen dan de mensen in de reguliere behandeling. Dat betekent dat de duurdere exposurebehandeling door een grotere besparing van zorgkosten op de lange termijn uiteindelijk goedkoper is, aldus de onderzoekers.
De onderzochte groep patiënten was onder behandeling voor een Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS). Dit kan ontstaan na een botbreuk, kneuzing, wond of ander letsel. De patiënt krijgt op of rond de getroffen plek heftige pijn, die niet met het eerdere letsel te maken heeft. De meeste mensen genezen binnen enkele weken of maanden van CRPS. Bij sommige patiënten houdt de pijn aan. In Nederland zijn ongeveer 20.000 mensen met chronische CRPS.
Vergoeding
Adelante behandelt cliënten met chronische pijnklachten al een aantal jaar succesvol via de methode van ‘exposure in vivo’. Die therapie is bedoeld om bij cliënten de angst voor pijn of letsel weg te nemen en het functioneren in het dagelijks leven te verbeteren. Via wetenschappelijk onderzoek bekijkt Adelante in hoeverre deze behandeling ook in nieuwe zorgprogramma’s voor nieuwe doelgroepen toepasbaar kan worden gemaakt. Volgens Adelante bewijst het recente onderzoek met de UM dat ‘exposure in vivo’ voor CRPS-I cliënten in aanmerking zou mogen komen voor opname in de richtlijnen en vergoeding door de zorgverzekeraars.