Twee derde van de familieleden van mensen met een verstandelijke beperking is niet op de hoogte van het recht op onafhankelijke cliëntondersteuning waarin de Wmo en Wlz voorzien. Daarnaast hebben bijna zes op de tien geen weet van het Wmo-loket of het sociaal wijkteam.
Dit blijkt uit gegevens over 2014 – 2016 van het NIVEL Panel Samen Leven (PSL).
Onafhankelijke cliëntondersteuning kan cliënten en mantelzorgers helpen bij hun vragen over en het zoeken naar oplossingen voor ondersteuning en zorg. Twee derde van de bevraagde familieleden kende het niet. Een derde wel, waarvan slechts een vijfde het daadwerkelijk gebruikt heeft.
Loket
Daarnaast kende bijna zes op de tien ondervraagden het Wmo-loket of sociaal wijkteam niet. Toch gaf ruim 65 procent van degenen die het loket niet kennen, wel aan te weten dat hun naaste ondersteuning via de gemeente ontvangt.
Volgens NIVEL laten de cijfers zien dat gemeenten de informatievoorziening rond het Wmo-loket, het sociaal wijkteam en de onafhankelijke cliëntondersteuning moeten verbeteren.
Ondersteuning
Overigens vindt tachtig procent van de familieleden van mensen met een verstandelijke beperking zonder Wlz-indicatie, dat de ondersteuning voldoende is. Acht procent vindt de ondersteuning onvoldoende en twaalf procent weet het niet. Ruim een kwart van de naasten van mensen met een matige verstandelijke beperking (27 procent) geeft in het onderzoek aan vaker dan voorheen zelf ondersteuning te bieden. Voor familieleden van mensen met een lichte verstandelijke beperking is dat 14 procent.
Het PSL van NIVEL is een landelijk panel bestaande uit 530 mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking van 15 jaar en ouder en 350 naasten. De laatste groep is gevraagd aan dit onderzoek mee te werken. Hieraan gaven zo’n 250 mensen gehoor.