Sinds 2015 is het aantal beschikbare medicijnen in Nederland gehalveerd, blijkt uit cijfers van brancheorganisatie Bogin. De farmaceuten die zijn aangesloten bij Bogin hebben een marktaandeel van 90 procent. “Het is niet dat deze farmaceuten per se weg willen uit Nederland”, vertelt Bogin-voorzitter Jean Hermans aan de NOS. “Maar aanwezigheid op de Nederlandse markt wordt steeds meer een bedrijfseconomisch risico.”
Preferentiebeleid
De farmaceuten maken elk jaar kosten voor handelsvergunningen terwijl ze hun geneesmiddelen niet mogen verkopen door het voorkeursbeleid van zorgverzekeraars. “Voor bijna 40 procent van de generieke medicijnen draaien we slechts tussen de 0 en 50.000 euro omzet per jaar. En als je niet wordt gecontracteerd, kun je minimaal twee jaar niets verkopen”, aldus Hermans tegen de NOS. Zonder zekerheid loont het volgens hem niet op de Nederlandse markt te blijven.
Zorgverzekeraars Nederland wijst naar de wereldwijde grondstof- en transportproblemen als oorzaak van de medicijntekorten. Volgens de woordvoerder zou het contracteren van bepaalde fabrikanten juist marktzekerheid geven. Niet gepubliceerd onderzoek van de Erasmus Universiteit in handen van de NOS weerlegt dat. Ondanks marktzekerheid bezuinigen farmaceuten door de lage prijzen op productie-, voorraad- en logistiekkosten. Daardoor ontstaan er leveringsproblemen en tekorten. Tegelijkertijd halen de niet-gecontracteerde fabrikanten hun middelen van de markt, waardoor er weinig alternatieven zijn bij een medicijntekort.
Causaal verband
De onderzoekers bestudeerden data die teruggaat tot 2020; toen nog niet de gehele markt onder het preferentiebeleid viel. “We kunnen dus met vrij grote zekerheid zeggen dat er een causaal verband is tussen het preferentiebeleid en de tekorten”, vertelt Harwin de Vries, hoofdonderzoeker en universitair hoofddocent, aan de NOS.