Het huidige financieringsstelsel en gebrekkige digitale informatie-uitwisseling zijn de belangrijkste hindernissen voor verder netwerkvorming in de zorg. Dat stellen verschillende betrokkenen in het zomernummer van Skipr magazine.
Het huidige vergoedingenstelsel is in essentie nog steeds gebaseerd op vergoeding van het aantal behandelingen en patiënten in plaats van uitkomsten en kwaliteit. Om die reden wordt financiering door de opstellers van een recent rapport over oncologienetwerken in Nederland als één van de voornaamste hindernissen aangewezen. “Duidelijk is dat financiering de productie binnen de individuele ‘schotten’ stimuleert en een belemmerende werking kan hebben op de inrichting van de oncologische zorg binnen netwerken”, constateren de rapporteurs.
De problemen beginnen vooral als er productie verlegd moet worden, legt mede-opsteller Ineke Middelveldt, thema-manager Financiering van het Citrienfonds-programma ‘Naar regionale oncologienetwerken’, want daarmee verliest het betreffende ziekenhuis ook inkomsten.
‘Gedrocht’
Positief is wat Middelveldt betreft het feit dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) haar voorkeur voor het model van onderlinge dienstverlening (“een administratie gedrocht”) heeft laten varen en de regels rond hoofdbehandelaarschap en parallelle zorgtrajecten heeft versoepeld. Daarbij groeit de bereidheid onder zorgverzekeraars om te experimenteren met alternatieve financieringsvormen. Toch is het volgens Middelveldt nog te vroeg om de gevolgen van de NZa-aanpassingen vast te stellen.
MSB’s
Wat volgens de Groningse onderzoekers de vorming van oncologienetwerken in een aantal gevallen lastig lijkt te maken is de komst van medisch specialistische bedrijven (MSB’s). Middelveldt: “Als een vakgroep binnen een netwerk afspraken maakt die consequenties hebben voor de productie van de MSB als geheel, worden ze soms terug gefloten door de rest. Die staan er minder dichtbij, maar voelen het wel in hun portemonnee.”
Samenhang
Als het om financiering als obstakel gaat is Robert Sie, anesthesioloog en bestuurder van de Federatie van Medisch Specialisten (FMS), het met Middelveldt eens. “Er moet een oplossing komen voor de bekostiging, dat is lastig zeker als je dwars door de lijnen heen gaat”, stelt Sie. “Ik ben daarom voorstander van bekostiging die de patiënt volgt, ongeacht waar hij de zorg krijgt.” Sie bestrijdt echter dat MSB’s een complicerende factor zijn. “Juist als je een goed georganiseerde groep medische professionals hebt, kun je die samenhang en integraliteit van de zorg goed bewaken over meerdere ziektebeelden in plaats van dat je het voor elk ziektebeeld maar moet zien te regelen”, betoogt Sie.
Uitdaging
Over ICT als hinderpaal bestaat unaniem overeenstemming. “Als je het hebt over multidisciplinariteit, integraliteit en samenhang, dan moet die gegevensuitwisseling vlekkeloos lopen. Anders weet partij A niet wat partij B aan het doen is. Ik krijg nog steeds faxen van andere ziekenhuizen waarna ik relevante zaken handmatig moet inkloppen. Dat kan anno 2019 toch niet meer.” Ook bestuurder Albert Scherpbier van MUMC+ laakt de “houtje-touwtje” manier waarop digitale gegevensuitwisseling nu is geregeld: “Dat goed regelen is dé uitdaging voor de komende jaren.”
Lees ‘Zorg komt om in de netwerken’ in Skipr magazine 7/8, juli 2019