De gezondheidseconoom bestudeerde de medische informatie over bijna 113.000 mensen die tussen 2018 en 2021 met hartklachten in een Nederlands ziekenhuis waren beland. Bij een deel moest binnen een paar dagen ingegrepen worden. Anderen konden langer wachten op hulp. In de coronajaren 2020 en 2021 zijn in beide groepen meer mensen overleden dan in de jaren voor de uitbraak, 2018 en 2019.
Sterfte na uitstel dotteren
Het uitstel van de dotterbehandelingen heeft met name tot sterfte geleid onder mensen die binnen een paar dagen na de diagnose geholpen hadden moeten worden. Ook onder mensen die langer konden wachten op een dotterbehandeling is sprake van een flinke oversterfte. Artsen beperkten zich in die tijd vooral tot mensen die mogelijk in levensgevaar waren en meteen hulp nodig hadden.
Later dotteren, opnieuw klachten
Het uitstel van de behandelingen had ook een ander gevolg. Mensen die met vertraging werden gedotterd, kregen later vaak opnieuw klachten en moesten toen alsnog snel geholpen worden. Daardoor waren er in 2021 vrij veel acute ingrepen.
Oversterfte
Door de oversterfte stijgt het aantal mensen dat door hartproblemen overlijdt, na jaren van daling. “De totale hartsterfte nam af, maar de pandemie heeft die daling tenietgedaan”, aldus Van den Broek-Altenburg.
Van den Broek-Altenburg presenteert haar conclusies dinsdag op een congres van de organisatie ZonMw, die innovatie en onderzoek in de zorg financiert. De organisatie heeft de onderzoeken van Van den Broek-Altenburg en anderen subsidie gegeven na een aangenomen motie in de Tweede Kamer.
Van den Broek-Altenburg hoopt dat haar onderzoek door kan gaan. Zij wil bijvoorbeeld weten wat de schade van de coronapandemie op de lange termijn is. Ook wil ze weten of het aantal mensen dat aan hartklachten sterft, daalt nu de pandemie achter de rug is. (ANP)