Het fusietoezicht door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) moet worden verscherpt. Dat schrijven hoogleraar gezondheidseconomie Wim Groot van de Universiteit van Maastricht en hoogleraar economie Henriette Maassen van de Universiteit van Amsterdam maandag in het Financieele Dagblad.
De hoogleraren gaven hun artikel de aansprekende titel ‘Ziekenhuizen op vrijersvoeten’ mee. Groot en Maassen merken op dat ziekenhuizen vier motieven hebben om te fuseren. Zo nemen de financiële risico’s door de invoering van de verbeterde dbc-productstructuur DOT sterk toe, moeten ziekenhuizen aan minimum volume-eisen voldoen en kunnen ziekenhuizen hun machtspositie ten opzichte van verzekeraars door fusie versterken. Daarnaast speelt een rol dat medisch specialisten steeds vaker een regiomaatschap vormen, waarmee zij ziekenhuizen tegen elkaar proberen uit te spelen.
Niet wenselijk
Volgens de hoogleraren maakt dat de wens van instellingen om te fuseren begrijpelijk, maar nog niet wenselijk. Vooral omdat fusies vaak ingegeven lijken door de wens om de concurrentiedruk te verkleinen. Groot en Maassen constateren dat de kwalitatief beste fusiepartner vrijwel altijd het dichtstbijzijnde ziekenhuis blijkt te zijn. Daaruit concluderen ze dat strategische motieven een grotere rol spelen dan kwaliteit en financiën.
Huwelijk
Beide hoogleraren pleiten er dan ook voor dat de NMa de relevante markt veel sterker moet afbakenen. In hun ingezonden opinieartikel: “Een engere omschrijving van de geografische markt ontmoedigt fusies tussen twee naastgelegen concurrenten en stimuleert dat ziekenhuizen op zoek gaan naar de kwalitatief beste partner elders in het land. De buurjongen of het buurmeisje is bijna nooit de beste huwelijkskandidaat.”
Fusietoets
Het kabinet werkt aan mogelijkheden om fusies in de zorg in goede banen te leiden. Zo wordt onder andere gedacht aan een zorgspecifieke fusietoets. Ook zou de Inspectie voor de Gezondheiszorg (IGZ) de bevoegdheid moeten krijgen om te grote instellingen op te splitsen. De brancheorganisaties in de zorg zijn tegen deze voorstellen.