© TommL / Getty Images / iStock
De minister zelf laat op Linkedin weten dat zij “de marktwerking aan banden gaat leggen”.
En wat gaat zij daarvoor doen?
Acute zorg en IC
Agema zegt in haar brief in deze kabinetsperiode weer onderdelen uit de marktwerking te halen. In haar nieuwste brief memoreert zij haar voornemen om de SEH, IC en acute verloskunde niet-concurrentieel te willen bekostigen. Dit conform het regeerprogramma waarin het kabinet al spreekt over de invoering van de budgetbekostiging voor de SEH’s. Na een advies van de Nederlandse Zorgautoriteit blijkt dat budgetbekostiging vanaf 2027 het meest haalbaar is. Als dit eerder wordt ingevoerd, kan dit extra geld kosten. Agema schrijft: “Omdat ik graag voortgang wil boeken in dit traject, wil ik een eerste stap in de aanpassing van de bekostiging zetten. Daarom ben ik voornemens om budgetbekostiging per 2027 in te voeren voor alle afdelingen SEH.”
Voor ambulancezorg, zorg op de huisartsenspoedpost en de crisisdienst ggz geldt al een budgetmodel met inkoop in representatie. Hierbij kopen de grootste of de twee grootste zorgverzekeraars in de regio de zorg in namens alle zorgverzekeraars. De aanbieders van deze acute zorgfuncties ontvangen daarvoor een vast budget ook bij relatief weinig patiënten. De zorgverzekeraars nemen daarbij allemaal, naar rato van het aantal verzekerden in de regio, het budget van de zorgaanbieder voor hun rekening. Het kabinet kiest ervoor dat de acute ziekenhuiszorg ook op basis van beschikbaarheid bekostigd en ingekocht moet worden. De NZa concludeert dat budgetbekostiging een betere structurele oplossing is dan uitbreiding van de huidige beschikbaarheidsbijdrage. Dit zorgt ervoor dat zorgaanbieders minder worden gestimuleerd om zorg te leveren om financiële redenen en dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars op dezelfde manier afspraken kunnen maken over de hele keten van acute zorg.
Meerjarig contracteren
De minister wil onzekerheid over de toekomst bij zorgaanbieders wegnemen door meerjarige contractering te stimuleren. Deze meerjarige afspraken moeten gericht zijn op de noodzakelijke transitie in de regio en perspectief op de meerwaarde van iedere aanbieder in de regio. Met name op het grensvlak tussen zorg en welzijn moet de samenwerking volgens haar verbeteren. Daarom moet er een eind komen aan de vrijblijvendheid. “Te veel gebeurt het immers dat partijen bij de uitvoering van de plannen door financiële en andere belangen terugvallen in de status quo.” Agema zegt maatregelen te overwegen als blijkt dat deze noodzakelijke meerjarige inhoudelijke en financiële afspraken en daarbij behorende samenwerking tussen verzekeraars en zorgaanbieders onvoldoende tot stand komen. Voormalig minister Helder had nog plannen om meerjarig contracteren te omgeven met budgetafspraken en hiermee een bezuiniging in te boeken. Daar heeft de huidige minister het niet meer over.
Ongecontracteerde zorg
Een half jaar geleden, vertelde de minister al dat ze het ‘wetsvoorstel bevorderen zorgcontractering’ zou intrekken. Zij doet dit naar eigen zeggen “om de gelijkwaardigere toegang tot zorg te realiseren. Ik vind het van belang dat patiënten onafhankelijk van hun inkomen toegang houden tot ongecontracteerde zorg als dat nodig is.” Intussen werkt de minister aan een wetsvoorstel voor een onafhankelijke indicatiestelling in de wijkverpleging.
Zorginkoop en zorgwetten
Er is een structureel betere samenwerking tussen inkopers en aanbieders van zorg in de verschillende domeinen nodig om problemen te voorkomen bij een conflictering van regelgeving. Daardoor zouden patienten niet meer “van het kastje naar de muur” worden gestuurd. Het kabinet voert volgens Agema “arbitrage tussen zorgwetten in, waarbij de minste inzet van medewerkers voor passende en toegankelijke hulpverlening uitgangspunt wordt”. Het kabinet zorgt er verder voor dat zorgwetten beter op elkaar worden afgestemd en daar waar doorrekeningen aantonen dat het goedkoper en efficiënter kan, worden voorbereidingen getroffen om ze ook samen te voegen. Dit lijkt het onlangs aangenomen “Wetsvoorstel domeinoverstijgende samenwerking”, eerder bekend als “Wijziging van vier wetten in verband met de uitbreiding en verdere uitwerking van de bekostigingsmogelijkheden met middelen vanuit het Fonds langdurige zorg” waarmee Agema’s voorganger Conny Helder de Wet langdurige zorg, de Wet financiering sociale verzekeringen, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Algemene wet bestuursrecht wilde wijzigen. Doel was om het beroep op de Wlz en de instroom in het verpleeghuis te verminderen.
Het wetsvoorstel Domeinoverstijgende Samenwerking, ook ingediend door voormalig minister Helder, is onlangs door het de Tweede Kamer aangenomen. “Zorgkantoren kunnen hiermee investeren in het voorliggende domein om zwaardere zorg uit te stellen of te verminderen.”