Er is meer duidelijkheid nodig over de besparingen die ketenzorg oplevert in de tweedelijnszorg. Het gebrek aan informatie vormt een belemmering voor verdere substitutie van medisch specialistische zorg naar de huisarts. Dat constateert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) naar aanleiding van haar Marktscan Ketenzorg en Advies Substitutie.
Voor het onderzoek heeft de NZa met name gekeken naar ketenzorg voor patiënten met diabetes, een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en COPD. Voor deze aandoeningen geldt sinds enige tijd een integraal tarief.
Geen harde conclusies
De NZa zegt op basis van de marktscan ketenzorg geen harde conclusies te kunnen trekken over de betaalbaarheid en doelmatigheid van deze zorg. Daarvoor ontbreekt het nog aan transparantie voer de aard en kwaliteit van de geleverde zorg. Ook is er nog geen goede informatie beschikbaar over de beoogde besparingen die de integrale bekostiging van ketenzorg oplevert in de tweedelijnszorg.
Meer mogelijk
Ondanks dit gebrek aan informatie constateert de NZa dat er meer substitutie mogelijk is van tweedelijnszorg naar eerstelijnszorg. Binnen de huidige bekostiging zijn volgens de NZa al veel mogelijkheden beschikbaar om substitutie te realiseren. De verzekeraar kan bijvoorbeeld lokaal bepalen wat zijn schadelast is en die in overleg met de sector verdelen over de verschillende zorgaanbieders. Daarnaast kan substitutie bevorderd worden door huisartsen de mogelijkheid te geven om medisch specialisten te consulteren over een patiënt.
Prestatie
Om substitutie beter te faciliteren, stelt de NZa voor om een prestatie in te voeren voor de consultatie van een medisch specialist door de huisarts. De huisarts, medisch specialist en verzekeraar kunnen op deze manier afspraken maken over de vergoeding van een advies door een medisch specialist aan de huisarts om doorverwijzing van de patiënt naar de tweedelijn te voorkomen. De NZa stelt voor om deze prestatie per 2013 in te voeren in de vorm van een experiment om de effecten hiervan te kunnen monitoren.
Keuzes
De NZa adviseert verder om de huidige regelgeving van ketenzorg in stand te houden totdat keuzes zijn gemaakt voor de toekomstige bekostiging van huisartsenzorg en geïntegreerde zorg. De zorgautoriteit heeft deze keuzes onlangs in kaart gebracht in haar ‘Advies Bekostiging huisartsenzorg en geïntegreerde zorg’.