Gemeenten betwijfelen of ze de transitie in het sociaal domein tot een goed einde kunnen brengen. Gebrek aan leiderschap, overtuiging en communicatie maken dat gemeenten naar het oordeel van gemeenteambtenaren en beslissers de ‘veranderrisico’s’ onvoldoende beheersen.
Dit komt naar voren uit een onderzoek van BDO naar de verandercapaciteit van Nederlandse gemeenten. In totaal deden bijna 800 respondenten aan het onderzoek mee, merendeels werkzaam bij gemeenten, maar ook bij regionale uitvoeringsorganisaties.
Voor de rapportage keken de onderzoekers naar vier beleidsterreinen. Hieronder ook de transitie in het sociaal domein, volgens de onderzoekers “de grootste en belangrijkste veranderopdracht die gemeenten te vervullen hebben”. Bovendien “een complexe dracht met een open einde”.
De uitkomsten laten volgens BDO zien dat Nederlandse gemeenten grote moeite hebben om zich flexibel en tijdig aan te passen aan nieuwe ontwikkelingen. Een gemiddelde risicobeheersingsgraad van 17 procent betekent dat een grote meerderheid van de respondenten van mening is dat de veranderrisico’s niet adequaat beheerst worden.
De drie grootste risico’s ten aanzien van het sociaal domein zijn volgens gemeenteambtenaren het gebrek aan sturing, het beperkte geloof in eigen vermogen om resultaten te leveren en de potentiële impact van missers.
Negatief
Opvallend is dat management en directie de doorontwikkeling van het sociaal domein net zo complex vinden als de werkvloer, terwijl de gemeentelijke top over andere onderwerpen juist aanzienlijk optimistischer is dan de rest van de organisatie. Met name de op een na laagste functionarissen in de hiërarchie, de teamleiders, blijken uitgesproken negatief. Deze houding wordt vooral ingegeven door het gebrek aan communicatie met de werkvloer op een day-to-day basis.
BDO concludeert dat er vooral als het om leiderschap gaat een enorm verbeterpotentieel ligt bij gemeenten. De onderzoekers denken in dit verband aan de communicatie met medewerkers, het concretiseren van veranderdoelen, het werken aan afstemming tussen verschillende eenheden van de organisatie en het verbreiden van ‘veranderkennis’ binnen de organisatie.