Tot en met 2018 hanteerden de meeste gemeenten een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor het gebruik van een Wmo-voorziening, maar vanaf 2019 betaalt iedereen 19 euro per maand. De gebruikers zijn veelal boven de 60. De 60-plussers zijn over de betreffende periode ook in aantal toegenomen, namelijk met 8 procent.
Stijging onder hogere inkomens
Sinds de invoering van het zogenoemde abonnementstarief is het aantal gebruikers van huishoudelijke hulp verdubbeld onder de mensen die een inkomen hebben van meer dan 40.000 euro bruto. Het gebruik door cliënten uit de middeninkomensgroepen (met 20.000 tot 40.000 aan inkomen) steeg zelfs met tweederde. De klandizie van mensen met minder dan 20.000 euro veranderde met 5 procent maar weinig.
In totaal kregen dik een miljoen mensen een vorm van ondersteuning thuis via de Wmo, telde het CBS, en dat is 10 procent meer dan in 2019. Het gaat hier niet alleen om huishoudelijke hulp, maar ook om vormen van begeleiding en voorzieningen als een traplift of rolstoel.
Gewaarschuwd voor abonnementstarief
Cathalijne Dortmans, voorzitter van de zorgcommissie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), ziet in de toename van het gebruik van hulp door de mensen met hogere inkomens een bevestiging van de aanzuigende werking van het abonnementstarief waarvoor gemeenten eerder hebben gewaarschuwd. Door die toename worden de wachtlijsten ook langer voor de meest kwetsbaren, de mensen die huishoudelijke hulp dringend nodig hebben, maar niet zelf kunnen betalen. “We kunnen niet wachten op de wetswijziging waarvan voor 2026 sprake is om bijdragen toch weer inkomensafhankelijk te maken”, aldus Dortmans. (ANP)