Bewoners van instellingen in de gehandicaptenzorg hebben als gevolg van reorganisaties veelvuldig te maken met gedwongen verhuizingen. Bovendien worden cliëntenraden nauwelijks gekend in beslissingen over reorganisaties.
Dat constateren Ieder(in), het Landelijk steunpunt medezeggenschap (LSR) en ouderorganisatie Kansplus op basis van een meldactie waarin 130 mensen hebben meegedaan. Twee en vijftig mensen meldden de sluiting van een locatie, afdeling of woning. In bijna alle gevallen is daarbij sprake van de gedwongen verhuizing van cliënten.
De reorganisaties worden ingegeven door de hervorming van de langdurige zorg. De AWBZ verdwijnt om plaats te maken voor een nieuwe wet voor langdurige zorg en veel zorgtaken verhuizen naar de gemeenten.
Paniek
“Er zijn meldingen over meervoudig gehandicapte cliënten die hun huis kwijtraken, de vertrouwde dagbesteding, hun vrije tijdsbesteding én hun sociale contacten”, licht directeur Gert Rebergen van Ieder(in) de ingrijpende gevolgen van reorganisaties toe. “Hun ouders – vaak al op leeftijd – zijn in paniek. Wat moet er van hun kind terecht komen na de verhuizing? Alles wat in de loop der tijd is opgebouwd komt op losse schroeven te staan. Bovendien zal mantelzorgen door de afstand veel moeilijker worden.”
De belangenverengingen noemen het opvallend dat slechts bij een kwart van de reorganisaties de cliëntenraad betrokken is geweest. Ze wijze er op dat reorganisatieplannen altijd aan een cliëntenraad moeten worden voorgelegd. De cliëntenraad heeft hierbij adviesrecht. Cliëntenraden beklagen zich daarnaast ook over het feit dat ze niet goed worden geïnformeerd, waardoor ze niet in staat zijn advies te geven.
Geen excuus
Volgens directeur Jasper Boele van de LSR kunnen zorginstellingen zich niet verschuilen achter krimpende budgetten. “Dit is geen excuus om de cliëntenraad te passeren, cliënten geen inspraak te geven en mensen gedwongen te verhuizen. Het is allemaal faliekant in strijd met wat de overheid nastreeft: de participerende cliënt.”
Nog eens een derde van de meldingen heeft betrekking op verschraling van het aanbod en een daling van de kwaliteit van zorg. Hierbij gaat het onder meer om grotere groepen op de dagbesteding, minder mogelijkheden om te logeren, minder personeel en dus ook minder begeleiding. Verder meldt één op de tien mensen dat de ambulante begeleiding dreigt te vervallen