Foto: Chris Ryan/Getty Images/iStock
“We kunnen niet anders dan nu hoger beroep aantekenen,” zegt Theo van Uum, directeur van de brancheorganisatie Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN). “Als 40 procent van de verleende zorg verliesgevend is, dan kun je eigenlijk niet een andere kant op, in het belang van de zorgorganisaties, de cliënten en de medewerkers.”
Uitspraak 2024
Een datum voor de behandeling van de zaak is nog niet vastgesteld, maar met een spoedappèl hoopt VGN dat er in het vroege voorjaar een uitspraak komt die nog op tijd zou moeten zijn voor de bedrijfsvoering van 2024 en de inkoop 2025.
Een heikel punt voor de zorgaanbieders is een van de onderbouwingen van de uitspraak van de voorzieningenrechter eerder. Die ging uit van een berekening van de zorgkantoren waaruit bleek dat 75 procent van de zorgaanbieders – en daarmee ook 75 procent van de omzet van de sector – kostendekkend zou zijn met de tarieven die zorgkantoren aanboden.
Nieuw feit
Maar een dag voor het vonnis werd, volgens de VGN, duidelijk dat die 75 procent maar een omzet vertegenwoordigde van 60 procent. De overige 40 procent van de omzet zou dus verliesgevend zijn. “Met andere woorden, het kan niet anders dan dat er veel kleine organisaties tussen zitten, waarbij je een kleine zorgboerderij vergelijkt met ’s Heeren Loo. Die weegt even zwaar in het model. Dat is een vreemd uitgangspunt om je uitkomst op te baseren.”
“Het is jammer dat de voorzieningenrechter dat niet heeft meegenomen. Zij heeft expliciet aangegeven dat ze ervan uitging, ook op aanraden van de zorgkantoren, dat dat aandeel in de omzet ook weer 75 procent zou zijn. Dat dit niet zo is, is echt wel een opzienbarend en nieuw feit.” Daarnaast vinden de zorgaanbieders de specifieke definitie die de zorgkantoren hanteren voor het resultaat niet adequaat. Zo zouden de financieringslasten en -baten niet worden meegenomen. Dat scheelt zo’n 0,4 procentpunt, schat de VGN.
Transparantie
Een ander punt is de transparantie in de opbouw van de tarieven die de zorgkantoren bieden. Dat is nu een “black box,” zegt Van Uum. “Je wilt bijvoorbeeld weten welke zorgaanbieders nu in dat model zitten. Is bijvoorbeeld een derde te categoriseren in de groep met minder dan een miljoen euro omzet? Je wilt weten hoe men omgaat met uitschieters. Sommige organisaties worden niet meegenomen, maar welke dan? Er is nog veel aan transparantie te winnen zonder dat je het model in de kern opblaast.”
De VGN-directeur voelt zich gesteund door twee moties die in de Tweede Kamer zijn aangenomen. Zo was een meerderheid van de Kamer voor een motie tegen verschraling in de gehandicaptenzorg, zoals het wegvallen van dagbesteding en persoonlijke aandacht voor cliënten. “Niet alleen wij, maar ook de zorgkantoren zouden zich gesteund kunnen voelen om gezamenlijk richting VWS een signaal af te geven om ons te helpen de inkoop voor 2024 in goede banen te leiden.”
De vijf zorgaanbieders die zich niet aansluiten bij het beroep hebben elk hun eigen reden om dat niet te doen, vertelt Van Uum. In sommige gevallen zitten zij in een proces met het zorgkantoor, maar sommige sluiten zich uit principes niet aan.