Bij de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet verzamelen gemeenten meer persoonsgegevens van mensen dan noodzakelijk voor hun zorgvraag. Dit is in strijd met de privacywetgeving.
Dat concludeert de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) op basis van een onderzoek naar de manier waarop de gemeenten Nijmegen en Zaanstad persoonsgegevens verwerken in een zelfredzaamheidsmatrix (ZRM). Met dit instrument meten gemeenten hoe zelfredzaam mensen zijn. In veel gemeenten is de matrix leidraad voor contacten met burgers, zoals tijdens de zogeheten keukentafelgesprekken. Met een ZRM worden persoonsgegevens verzameld op een groot aantal domeinen, zoals lichamelijke en psychische gezondheid, financiën en justitie.
In de Wet bescherming persoonsgegevens is vastgelegd dat er niet meer persoonsgegevens mogen worden verzameld dan noodzakelijk voor het doel. Uit het onderzoek van de AP blijkt dat met een ZRM ook persoonsgegevens worden verzameld die niet relevant zijn voor hulpvraag. Daarmee handelen gemeenten in strijd met de wet.
“Het gaat hier om persoonsgegevens van kwetsbare mensen”, reageert voorzitter Aleid Wolfsen. “Het is belangrijk dat gemeenten hier zorgvuldig mee omgaan. Goede zorg en een zorgvuldige omgang met persoonsgegevens zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Alle gemeenten die een ZRM gebruiken moeten hun werkwijze hierop aanpassen.”
Zorgplicht
De AP constateert daarnaast de gemeenten hun zorgplicht jegens zorgprofessionals verzaken. Gemeenten moeten waarborgen dat professionals voldoende in staat zijn om te kunnen beoordelen welke persoonsgegevens noodzakelijk zijn voor de toeleiding naar zorg. Dat betekent dat zij daarvoor waarborgen moeten treffen, bijvoorbeeld door het organiseren van opleidingen en het opstellen van adequate handreikingen voor professionals. Die instructies zijn volgens AP onvoldoende concreet en specifiek zijn. Daarmee verzakenzij hun zorgplicht.
Nijmegen en Zaanstad zijn hoofdzakelijk tevreden met de bevindingen in het rapport. In het rapport benoemt de AP de spagaat die in de praktijk al jaren gevoeld wordt door gemeenten: wil je effectieve hulp en ondersteuning bieden, dan is integraliteit de aangewezen aanpak.
Vanwege de voorbereidingen op de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ziet de AP op dit moment af van verdere handhaving.
Geen overzicht
In 2016 constateerde de AP op basis van onderzoek bij de 41 grootste gemeenten in Nederland al dat gemeenten géén duidelijk overzicht hebben voor welke doelen en op basis van welke grondslagen, welke persoonsgegevens in het sociaal domein mogen worden verwerkt. De AP heeft naar aanleiding daarvan een overkoepelend rapport gepubliceerd waarin het juridisch kader voor de verwerking van persoonsgegevens in het sociaal domein is uitgewerkt. Het nieuwe onderzoek naar de twee gemeenten is een vervolg op het onderzoek uit 2016.
Beide gemeenten vinden dat de leefwereld van mensen en gezinnen leidend moet zijn en er daarom een basis moet komen in de verschillende wetten om de integrale benadering en de daarvoor noodzakelijke verwerking van gegevens mogelijk te maken. Daarom willen Nijmegen en Zaanstad deze discussie over integraal werken en de wettelijke grondslag gezamenlijk voeren met andere gemeenten en de politiek in Den Haag.