Gemeenten moeten meer te zeggen krijgen over de jeugdzorg. Dat staat in een rapport dat CNV-voorzitter René Paas woensdag overhandigde aan Annemarie Jorritsma, voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Paas bracht in opdracht van de VNG een onafhankelijk rapport uit. VNG komt in het najaar tot een standpunt over de adviezen.
‘Samenwerking in jeugdzorg is gebrekkig’
Momenteel zijn het de provincies die het voor het zeggen hebben in de jeugdzorg. Paas vindt dat deze bestuurlijke verantwoordelijkheden “dichtbij de uitvoering horen te liggen.” Hij concludeert dat er nu in de hulpverlening vaak gebrekkig wordt samengewerkt. Aparte loketten voor jeugdhulpverlening, geestelijke gezondheidszorg voor jongeren en hulp aan licht verstandelijk gehandicapten hulp moeten verdwijnen. Een arts zou hen naar deze vormen van zorg moeten doorverwijzen.
Gemeentelijke Centra staan voorop
Minister André Rouvoet voor Jeugd en Gezin vindt het goed dat het rapport de gemeentelijke Centra voor Jeugd en gezin voorop stelt in de hulp aan kinderen. Maar intensieve zorg voor jongeren en gezinnen met zware problemen kan niet zomaar aan de gemeente worden overgelaten, meent de minister. Grote gemeentes hebben voldoende mensen en middelen, maar Paas geeft volgens Rouvoet niet aan hoe het in kleine gemeente moet. (ANP)