Persoonlijke verzorging moet een gemeentelijke taak worden. Dat vinden de Nederlandse gemeenten. Ze zijn het niet eens met de plannen van staatssecretaris Martin van Rijn, om dat onderdeel van de thuiszorg bij de zorgverzekeraars onder te brengen.
De gemeenten stemden hier vrijdag over tijdens een buitengewone ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) over decentralisatie in de zorg. Een woordvoerster van de VNG heeft dit vrijdag laten weten. De VNG legde aan haar leden de vraag voor of ze doorwilden met het overhevelen van zorgtaken van het Rijk naar gemeenten en zo ja, hoe. De gemeenten lieten tijdens de vergadering vrijwel unaniem weten dat ze de huidige plannen van het kabinet voor decentralisatie niet steunen.
Ze willen daarom dat het VNG-bestuur opnieuw gaat praten met het kabinet met een nieuw pakket aan voorwaarden. Zo moet ook de bezuiniging op de huishoudelijke hulp worden verlaagd en moeten wijkverpleegkundigen worden ingezet in sociale wijkteams, zeggen de VNG-leden.
Van Rijn liet in een reactie weten blij te zijn dat de gemeenten het gesprek met het kabinet willen doorzetten. “Want uiteindelijk moeten we als mede- overheden gezamenlijk aan de slag om de ondersteuning en zorg goed te organiseren voor mensen die langer thuis willen wonen. Gemeenten en Rijk kunnen op deze manier gezamenlijk invulling geven aan de decentralisatie in de langdurige zorg”, zei Van Rijn.
Deur open
Ook premier Rutte staat open voor overleg. “We gaan natuurlijk nooit de deur dichtgooien. Nader overleg is altijd mogelijk, vanzelfsprekend”, zei Rutte vrijdag tijdens zijn wekelijkse persconferentie. Volgens Rutte zitten het kabinet en de VNG op één lijn als het gaat om de overdracht van taken rond de Jeugdzorg en de Participatiewet. Over het derde, grote onderwerp – het onderbrengen van de persoonlijke verzorging bij de zorgverzekeraars in plaats van bij de gemeenten – is het debat volgens de premier nog wel gaande. Hij vindt dat niet gek, omdat het gaat over grote veranderingen. (ANP)