Gemeenten doen nauwelijks iets met e-health en zien zichzelf zeker niet als de partij die regie moet nemen bij het ontwikkelen van e-health oplossingen. Dat blijkt uit een enquête van de Digitale Stedenagenda onder gemeenten. Redenen zijn een gebrek aan kennis, weinig tijd en als men er mee aan de slag gaat, angst voor het bieden van staatssteun.
Ruim een derde van de vijftien bevraagde gemeenten doet niet of nauwelijks iets met e-health. En hoewel negen van de vijftien gemeenten zeggen aandacht te hebben voor e-health, heeft dat bij de meeste gemeenten geen structurele vorm in bijvoorbeeld beleid.
Tijdelijk
Als gemeenten al betrokken zijn bij digitale toepassingen in preventie, ondersteuning en zorg gaat het vooral om het tijdelijk stimuleren van initiatieven. Zo financiert een aantal gemeenten digitale toepassingen, die het inschakelen van maatschappelijke hulpsystemen vergemakkelijken.
Touwtjes
Geen enkele gemeente ziet voor zichzelf een regisserende rol bij het optuigen van e-health oplossingen. Hans Haveman van de Digitale Stedenagenda en medeauteur van het rapport: “Dat is op zich niet heel verrassend. E-health is in eerste instantie iets tussen de zorgvrager en de zorgaanbieder. Natuurlijk zijn gemeenten wel verantwoordelijk om iets voor hun burgers te doen ter ondersteuning van hun eigen regie en zelfredzaamheid, maar dat betekent nog niet dat zij aan alle touwtjes moeten trekken.”
Staatssteun
Dat kunnen veel gemeenten ook helemaal niet, zo blijkt uit het onderzoek. Ze zijn te weinig op de hoogte van de effecten die e-healthoplossingen kunnen hebben en zijn tot nu toe erg druk geweest met de transities zelf. Bovendien vinden ze het omgaan met leveranciers die e-health oplossingen bieden een glibberig pad. Haveman: “Gemeenten mogen natuurlijk geen staatssteun geven. Dus moeten ze altijd oppassen dat ze niet één partij bevoordelen. Zo’n aanbod in samenwerking organiseren vraagt dus heel wat.”
Inkoopvoorwaarden
En toch kunnen gemeenten volgens Haveman in veel doen. “Ze kunnen noodzaak voor innoveren in algemene zin opnemen in hun inkoopvoorwaarden. Of bijvoorbeeld in de pilots voor populatiegebonden bekostiging. Daarin krijgen zorgaanbieders het totale budget uit verschillende financieringsbronnen met de opdracht daar effectief mee om te gaan. Waarom zou je daar niet aan toe voegen dat er in ieder geval ook gebruik gemaakt moet worden van bewezen e-health toepassingen?”
Bovendien zouden gemeenten meer initiatief kunnen nemen. Haveman: “Bijvoorbeeld in het organiseren van bijeenkomsten. Nu doen partijen, zoals ICT-aanbieders dat vaak zelf, maar het is goed als alle betrokkenen om tafel zitten. Gemeenten zijn een onafhankelijke partij en bovendien financier van veel zorgaanbieders, dus dat zal de animo vergroten.”
Kennis
Gemeenten hebben wel meer kennis over e-health nodig. Die biedt de Zorgende Stad (onderdeel van de Digitale Steden Agenda), door goede ervaringen uit de sector te delen.
De Digitale Stedenagenda heeft de enquête eind 2014 in samenwerking met de toenmalige Raad voor de Volksgezondheid & Zorg (RVZ) gehouden. De resultaten van het onderzoek bieden input voor het advies van de RVZ over consumenten e-Health dat binnenkort verschijnt en ze bieden input voor activiteiten van de DSA Zorgende Stad in 2015.