De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) gaan de uitkomstmetingen in de jeugdhulp harmoniseren. Daarmee kan straks het effect van interventies eenduidig vergeleken worden.
Momenteel verschilt de mate waarin uitkomsten binnen de jeugdhulp wordt gemeten sterk tussen sectoren. Ook worden veelal verschillende instrumenten gebruikt. VNG en NJi vinden het belangrijk te laten zien wat het resultaat is van de hulp die wordt ingezet. Niet alleen is hier veel geld mee gemoeid, maar ook omdat zichtbaar moet zijn wat het effect is van een begeleiding of behandeling.
Sinds 2015 zijn gemeenten wettelijk verplicht in hun beleidsplan aan te geven welke outcome-criteria (criteria voor de uitkomsten van de hulp) voor jeugdhulpvoorzieningen zij hanteren. Uit verschillende pilots heeft de VNG een basis-set gedestilleerd met geschikte criteria om outcome te meten. Deze drie hoofdcriteria ziet de VNG als basis voor verdere uitwerking. Het gaat om de uitval van cliënten, de klanttevredenheid en de doelrealisatie.
Dit laatste criterium wordt gemeten aan de hand van de vraag of cliënten zonder hulp verder kunnen en of ze na beëindiging opnieuw hulp krijgen. Een speciale werkgroep heeft op een rij gezet of, en zo ja hoe, verschillende sectoren binnen de jeugdhulp nu meten. Aan deze inventarisatie is meegewerkt door VNG, NJi, Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie en brancheorganisaties Jeugdzorg Nederland, GGZ Nederland, Vereniging OBC’s, VGN, MOgroep, NIP en ActiZ.
De volgende stap is het vertalen van de drie outcome-criteria naar toepassing in de praktijk.