AppleMark
Gemeenten hebben de grootste moeite om zicht te krijgen op de financiële consequenties van de transitie. Ook is er nog veel onduidelijkheid over de rechtmatigheid van de gedeclareerde zorg. Dit alles bemoeilijkt de controle door de gemeenteraad als ook het opstellen van de begroting voor volgend jaar. Een en ander blijkt uit een gezamenlijk rapport van accountantsbureau BDO en adviesbureau Radar.
In ‘Transitie onder controle’ brengen BDO en Radar de stand van zaken in kaart rond de overdracht van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet van het rijk naar de gemeenten. De titel van het rapport is bedrieglijk, want bijna een jaar na aanvang van de transitie zijn er nog grote problemen. Als gevolg hiervan moeten veel zorginstellingen voortaan rechtstreeks zaken doen met de gemeenten.
Zo constateren BDO en Radar dat het proces van gegevensuitwisseling en facturatie maar langzaam op gang komt. Het gevolg is dat het zicht op de verleende zorg, de uitputting van het budget en de gedeclareerde kosten mogelijk onvolledig is, stellen BDO en Radar. Hierdoor hebben gemeenten niet alleen problemen met rapportages voor gemeenteraad en college, maar ook met het opstellen van de begroting voor 2016.
Rechtmatigheid
Doordat de gegevensuitwisseling en controle op de rechtmatigheid nog niet goed verloopt, is het voor gemeenten ook nog onzeker of zij de getrouwheid en rechtmatigheid van baten en lasten van de decentralisaties in de jaarrekening voldoende kunnen onderbouwen. Daarmee doemt een scenario op waar eerder ook de ziekenhuiszorg en ggz getroffen werden. Doordat ze de rechtmatigheid van de geleverde zorg als gevolg van veranderingen in het financieringssysteem niet afdoende konden aantonen, konden accountants geen goedkeurende verklaring afgeven. Voor de getroffen instellingen had dit financiële consequenties in de vorm van een verminderde financieringsbereidheid van banken en hogere risico-opslagen.
Bedrijfsvoering
Behalve de gemeenten worstelen ook zorgaanbieders met de financiële onzekerheden rond de transitie. Zorgaanbieders hebben in het gedecentraliseerde stelsel te maken met tientallen tot honderden verschillende gemeenten en daarmee ook verschillende contracten. Overzicht houden is lastig, aangezien er per contract verschillende voorwaarden en budgetplafonds gelden. Bij overschrijding van dit budgetplafond zijn de kosten in de regel voor de zorgaanbieder. Om die reden dreigen zorgaanbieders meer aandacht te besteden aan de bedrijfsvoering dan aan de geleverde zorg.
Extra uitvraag
Die nadruk op de bedrijfsmatige, bureaucratische aspecten van de transactie wordt versterkt door de opstelling van de gemeenten. Individuele gemeenten stellen vaak aanvullende verantwoordingseisen. Om een beter beeld te krijgen van de kosten en het beslag op het gemeentelijk budget hebben verschillende regio’s en gemeenten een extra uitvraag gedaan over de gerealiseerde productie en kosten bij de aanbieders gedaan. Pluryn-directeur Henk van den Broek becijferde eerder in Skipr dat zorginstellingen tot 30 procent meer kwijt zijn in tijd en middelen. Zorginstellingen verwachten dat de administratieve lastenverzwaring voor een groot deel structureel zal blijken te zijn. Zorgaanbieders ervaren daarnaast dat de complexiteit op dit moment eerder toe- dan afneemt.
Publieke waarden
Om de betrokken partijen uit deze klem te bevrijden pleiten BDO en Radar voor het creëren van nieuwe publieke waarden. Burgers, marktorganisaties en overheid zouden samen moeten bepalen hoe de maatschappelijke zorg er voortaan zou moeten zijn. Met een dergelijk gemeenschappelijk fundament komt er wat BDO en radar betreft ruimte voor ‘gemengde’, ‘meervoudige’ of ‘hybride’ sturingsconcepten. Cruciaal daarbij is samenwerking: betrokken partijen moeten niet voor, maar met elkaar werken. Een dergelijke samenwerking is ook onontbeerlijk om de administratieve lastendruk terug te dringen. Zorginstellingen daarbij moeten proactief zijn en initiatief nemen om met gemeenten te overleggen .