Foto: Drazen Zigic/Getty Images/iStock
De VNG stelt dat veel gemeenten stappen moeten maken om de bestuurlijke afspraak van juni vorig jaar te halen voor de bezuiniging van 214 miljoen euro: “De stijgende kosten, het nog onbenutte potentieel van de voorgestelde maatregelen en de knelpunten die spelen, onderbouwen het belang van doorpakken op de hervormingsagenda.”
Scherpere afbakening jeugdzorg
Belangrijk onderdeel van het akkoord is een scherpere afbakening van de jeugdzorg. VNG constateert echter dat een derde van de gemeenten daarmee nog niet is begonnen. Afbakening kan door zorg te verplaatsen naar het onderwijs (dyslexie, huiswerkbegeleiding) of samen te werken met anderen, waardoor dubbel werk wordt voorkomen. Overheveling kan ook naar de Wlz en Zorgverzekeringswet (voornamelijk voor de groep 18-23 jarigen).
Bij de afbakening hoort scherper bepalen wat gemeenten willen betalen. Deze sturing kan gebeuren door een deel van de contractering van zorg te schrappen, zoals vervoer, dyslexie, of door vaker door te verwijzing naar het eigen netwerk van een zorgvrager. Afbakening kan ook door beperking van de toegang tot de jeugdzorg (inclusief Jeugdbescherming en Jeugdreclassering).
Landelijke oplossing
Gemeenten wijzen “duidelijk op knelpunten, die soms landelijke oplossing behoeven”, aldus de VNG. Voorbeeld is de inzet van de ondersteuner van de huisarts, waarbij de bekostiging door de verzekeraar per regio verschilt. Een deel van de huisartsen geeft aan niet te kunnen of willen meewerken. Anderen zien de ondersteuner niet als oplossing. Dit soort knelpunten worden volgens de VNG niet opgelost of kosten veel tijd. De gemeenten die het wel lukt, zien “positieve financiële effecten” van de invoering van een ondersteuner-huisarts.
Andere gemeenten werken al met effectieve oplossingen voor de aanpak van domeinoverstijgende problematiek en de groeiende vraag naar ondersteuning vanuit de jeugdhulp. Ze geven wel aan dat dat niet altijd een besparing oplevert of kunnen niet aantonen dat deze besparing een rechtstreeks gevolg is van het veranderde beleid.
Instroom nieuwe jongeren
Verder speelt mee dat als een gebruiker van jeugdzorg niet in het circuit komt of sneller er weer uit is, dat teniet wordt gedaan door de instroom van de vele jongeren die op een wachtlijst staan. “Hiermee wordt de zorg per cliënt weliswaar goedkoper”, concludeert de VNG, “maar de totale kosten nemen niet af. Het is belangrijk om hier bij de uitwerking van de hervormingsagenda rekening mee te houden.”
Het effect van een deel van de bezuinigingsmaatregel, zoals beperkingen van de verwijzingen naar gecontracteerd aanbod, is afhankelijk van de wijze waarop het stelsel en de bekostiging lokaal zijn ingericht, ziet de VNG. Een deel van de gemeenten koopt zorg in bij een beperkt aantal aanbieders en laat die aanbieders vervolgens zorg inkopen bij onderaannemers. Beperking van verwijzingen is dan geen effectieve maatregel, vindt de belangenvereniging.
Aandacht lokale situatie
“Het is daarom belangrijk om aandacht te hebben voor de lokale situatie. Tegelijkertijd echter is er behoefte aan landelijke sturing. Knelpunten die lokaal optreden en meer doorzettingsmacht vereisen, kunnen dan sneller op landelijk niveau worden opgepakt. Voorbeeld is de ondersteuner Jeugd/POH jeugd. Landelijke richtlijnen of handreikingen voor gemeenten ontbreken.”
Andere maatregelen, zoals normalisatie en reikwijdte, “kennen een hoog abstractieniveau”, schrijft de VNG. Daarom is monitoring moeilijk. Voor een eventueel vervolg adviseert de VNG daarom aan de staatssecretaris van VWS, Maarten van Ooijen, “maatregelen concreter te beschrijven”. Ten slotte raadt de organisatie Van Ooijen aan veel ruimte te creëren voor de uitwisseling van voorbeelden en implementatie van werkzame maatregelen. Ter illustratie staan in het rapport voorbeelden van enkele gemeenten die al vorderingen hebben gemaakt.