Dit zijn uitspraken die hij deed in antwoorden op Kamervragen over mondkapjes van FVD-fractievoorzitter Thierry Baudet. Die vroeg de minister om een terugblik over de landelijke coördinatie van hulpmiddeleninkoop, die op gang kwam toen de corona-uitbraak voor tekorten zorgde.
Voorraad
Op de vraag wanneer het mondkapjestekort is opgelost, antwoordt Van Rijn dat het Landelijk Coördinatiecentrum Hulpmiddelen (LCH) hem gerustgesteld heeft over de huidige voorraden. “Het LCH heeft mij laten weten dat er op dit moment voldoende voorraad met de juiste kwaliteit aanwezig is in het opslagcentrum om te voldoen aan de huidige vraag vanuit de zorg. Het LCH laat mij daarnaast weten inmiddels een stabiele relatie te hebben opgebouwd met meerdere leveranciers van beschermingsmiddelen, waardoor een continue leveringsketen van de juiste kwaliteit zo goed mogelijk is geborgd.”
Onvoldoende
De minister bespreekt ook een dagelijkse stroom aan mondkapjes die via samenwerking met PostNL en KLM deze kant op komt. Ook kopen zorgorganisaties zelf nog mondkapjes in. De minister wijst er wel op dat veel aangeboden mondkapjes niet voldoen aan de richtlijnen. “Het merendeel van de meer dan 10.000 aangeboden partijen voldeed niet, omdat er woekerprijzen werden gevraagd, er toch geen levering gegarandeerd kon worden of omdat niet aan de kwaliteitseisen kon worden voldaan.”
Broos
Van Rijn stelt wel dat het evenwicht tussen vraag en aanbod van beschermingsmiddelen broos blijft, mede omdat een deel van de bestelde leveringen met vertraging aankomt of niet aan de kwaliteitseisen voldoet. Hij wijst nogmaals op het belang van ‘gepast gebruik volgens de RIVM-richtlijnen,zodat niet meer mondmaskers worden gebruikt dan noodzakelijk is’.