Ruim de helft van de huisartsen durft geen gesprek te voeren met patiënten over de vraag of een bepaalde behandeling nog zinvol is. Dat blijkt uit een peiling van Mednet, die volgende week in de eerstvolgende editie van Mednet wordt gepubliceerd.
In de peiling kregen huisartsen de vraag in hoeverre zij de grenzen aan bepaalde zorg bespreekbaar maken met patiënten. Hoewel 56 procent moeite heeft met het onderwerp, wil 80 procent wel een dergelijk gesprek voeren.Uit de peiling blijkt dat de belangrijkste criteria voor de meerwaarde van een behandeling vitaliteit (55 procent) en verwacht succes voor de patiënt (72 procent) zijn. De kosten van een behandeling spelen een kleine rol bij huisartsen, slechts 16 procent vindt dat een belangrijke maatstaf.
Meerwaarde
Huisartsen gaan overigens zelden meteen na de diagnose een gesprek aan over de meerwaarde van behandelen. 73 Procent zegt dat ze dat op een later moment doen, als de patiënt daar meer rust voor heeft. Dertien procent wacht tot de patiënt het zelf aangeeft.
Dat meer dan de helft van de huisartsen de confrontatie over grenzen aan de zorg niet goed aandurft, is volgens medisch-ethicus Gert van Dijk van het Erasmus MC in Rotterdam niet verwonderlijk. “Het levenseinde bespreken is moeilijk en kost ook veel tijd”, zegt hij in Mednet. “En die tijd hebben huisartsen nauwelijks. Ze hebben het al druk genoeg en moeten steeds meer taken op zich nemen. En ondertussen stellen verzekeraars steeds meer eisen.”
Toch zouden huisartsen zich volgens Van Dijk bij ernstig zieke patiënten moeten afvragen of een overlijden binnen een jaar hen zou verbazen. Van Dijk: “Als het antwoord ‘nee’ is, is het goed met zo’n patiënt een gesprek over het levenseinde aan te gaan. Dat zou waarschijnlijk veel onnodige behandelingen en uiteindelijk ook veel geld schelen.”