Dat stelt de Gezondheidsraad in het rapport 45-minutennorm in de spoedzorg, dat op 22 september werd gepresenteerd aan de minister voor Medische Zorg en Sport. De Gezondheidsraad heeft onderzoek gedaan naar de medisch-inhoudelijke onderbouwing voor de spreiding van de afdelingen Spoedeisende Hulp in ziekenhuizen, mede omdat veel SEH-afdelingen verdwenen of samengingen door bijvoorbeeld fusies of faillissementen van ziekenhuizen. Toenmalig minister Bruno Bruis gaf in maart 2019 opdracht voor het onderzoek naar de spreidingsnorm.
Verschillen
De bereikbaarheidsanalyses zijn gebaseerd op een theoretisch model dat bestaat uit verschillende tijdsintervallen tussen de 112 melding en het moment dat de ambulance met de patiënt de SEH bereikt. Voor die tijdsintervallen zijn referentiewaarden benoemd, maar de praktijk wijkt daar bijna altijd vanaf. Daarom is de Gezondheidsraad voor zes veel voorkomende typen spoedzorg gaan kijken of er wetenschappelijke basis is voor de relatie tussen benodigde tijd en de uitkomsten.
Die blijkt per aandoening en situatie heel erg te verschillen. Sommige stappen kunnen parallel worden uitgevoerd om tijd te winnen. Daarnaast spelen er ook andere factoren in de gehele zorgketen mee – zoals bijvoorbeeld: stabilisatie, triage en behandeling ter plekke – en het is belangrijk dat alle schakels in de zorgketen naadloos op elkaar aansluiten, aldus de onderzoekers.
Aandoeningen
De Gezondheidsraad onderzocht onder andere acuut hartinfarct (34 duizend spoedgevallen per jaar), herseninfarct (29 duizend) en spoedeisende geboortezorg (4300). Soms is snelle behandeling cruciaal, soms is het juist beter patiënten verder te brengen naar een ziekenhuis waar specialistische kennis voorhanden is.
De onderzoekers hebben ook gekeken naar hoe andere landen omgaan met de spreiding van SEH’s. Net als in Nederland ligt de aandacht meestal op behandeling op de plaats van het incident en daarnaast op de juiste zorg op de juiste plaats.
Advies
Er bestaat geen medisch wetenschappelijke onderbouwing voor de 45-minutennorm in relatie tot de uitkomst van zorg. Het advies is dus om deze niet te gebruiken als basis voor ziekenhuisspreiding, maar te kijken naar de bredere context en bij de spreiding van ziekenhuizen naast tijd ook te kijken naar de benodigde expertise in ziekenhuizen en regio’s. Voldoende capaciteit van zorgprofessionals, ambulances en voorzieningen in ziekenhuizen is daarbij een punt van aandacht.