Dan gaat het bijvoorbeeld om werknemers van ziekenhuizen, de kinderopvang en consultatiebureaus. Ook verloskundigen en medewerkers van de kraamzorg vallen onder de groep die volgens de raad in aanmerking moet komen.
Gezondheidswinst behalen
Door deze groepen werknemers te vaccineren, is er volgens de Gezondheidsraad gezondheidswinst te behalen in de groepen jonge kinderen die in hun eerste levensmaanden onvoldoende beschermd zijn tegen kinkhoest.
Onbeschermd in de eerste maanden
Sinds 2019 kunnen zwangere vrouwen zich laten vaccineren tegen kinkhoest, waarmee ze de kans dat hun kind ziek wordt in de eerste levensmaanden sterk verkleinen. Dat doen ongeveer zeven op de tien zwangeren. Er blijft dus een minderheid over die in de eerste maanden onbeschermd is. Als de moeder de prik niet heeft gehaald, kan het kind de eerste vaccindosis met twee maanden krijgen, maar pas na meerdere prikken is de bescherming optimaal.
Bij kinderen die te vroeg worden geboren, kan het zo zijn dat het vaccin niet goed werkt. Ook voor die groep is een betere bescherming gewenst, vindt de Gezondheidsraad. De instantie adviseerde de overheid zeven jaar geleden ook al eens om bepaalde werknemers een kinkhoestvaccin aan te bieden. Dat is toen niet gebeurd; in de tussentijd is die mogelijkheid dus alleen ingevoerd voor zwangeren.
Meer besmettingen
Kinkhoest kan zeer gevaarlijk zijn voor zuigelingen. Dit jaar zijn al zeker zes baby’s aan de ziekte overleden. Het aantal besmettingen is dit jaar bovendien gestegen naar het hoogste niveau in decennia. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) registreerde tot dusver zeker 16.840 gevallen in 2024. De piek lag in maart, in de maanden daarna daalde het aantal besmettingen weer.
Vaccins tegen de kinkhoestbacterie worden al decennia gebruikt. Ze zijn veilig en beschermen goed tegen ziekte, schrijft de Gezondheidsraad, al kunnen mensen die zijn gevaccineerd de bacterie soms toch overdragen.
De beste bescherming heeft een pasgeboren baby als de moeder zich laat vaccineren. Volgens het RIVM komt onder baby’s van deze moeders in de eerste twee maanden 89 procent minder kinkhoest voor dan bij kinderen van moeders die de prik niet hebben gehaald. (ANP)