De Gezondheidsraad neemt nadere maatregelen om oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling tegen te gaan. Bij de beoordeling of een deskundige kan deelnemen aan een adviescommissie wordt meer maatwerk gehanteerd, met proportionaliteit als leidend principe. Verder wordt de transparantie over de belangen van alle commissieleden vergroot.
Dat schrijft de Gezondheidsraad in een brief aan de minister van VWS.
De huidige adviseursrol van deskundigen in commissies verdwijnt. Aan de hand van een aantal uitgangspunten weegt de raad zorgvuldig af welke rol individuele deskundigen kunnen spelen bij de totstandkoming van een advies. Zo kan iemand lid worden van de commissie, maar buiten de beraadslaging blijven bij het onderwerp waarop zijn belang betrekking heeft. Als een lidmaatschap van de commissie gezien iemands belangen of werkkring niet mogelijk is, kan zo’n deskundige gehoord of geïnterviewd worden door de commissie. Een deskundige die persoonlijk financieel gewin kan hebben bij de uitkomst van een advies, mag net als nu geen rol spelen in de totstandkoming van dat advies.
De openheid over belangen wordt vergroot doordat de belangenverklaringen die commissieleden invullen actief worden gedeeld met de collega-commissieleden en de buitenwereld. Ook de opdrachtgevende bewindspersonen worden geïnformeerd over de samenstelling van de commissie en de keuzes die daarbij zijn gemaakt. De belangen(verklaringen) en de actualisatie daarvan worden een agendaonderwerp op iedere commissievergadering.
Ophef
De Gezondheidsraad had aan de minister aangekondigd zich te bezinnen op de procedures rond belangen, naar aanleiding van de ophef die was ontstaan over de belangen van professor Chris Meijer bij de advisering over het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker uit 2011. Hij zou de drijvende kracht zijn achter dit vernieuwde bevolkingsonderzoek maar hij meldde niet dat hij ook zakelijke belangen had bij het onderzoek. Naar aanleiding van alle ophef stapte hij in juni 2015 op bij de Gezondheidsraad.