De kans op een goede gezondheid is niet voor iedereen gelijk, stellen de voorzitters van de GGD’en in het land. Daarom doen zij gezamenlijk een oproep aan informateur Edith Schippers om bij de kabinetsformatie in te zetten op een breed preventieakkoord met aandacht voor sociaaleconomische gezondheidsverschillen.
“Een kind dat wordt geboren in een situatie van sociaaleconomische achterstand, leeft zo’n zeven jaar korter en krijgt 15 jaar eerder gezondheidsklachten dan een kind dat opgroeit in gunstiger omstandigheden”, zegt Victor Everhardt, voorzitter GGD regio Utrecht. “Dat is onacceptabel en het verkleinen van deze kloof moet dan ook alle aandacht krijgen.”
Daarnaast stijgt het aantal mensen met overgewicht, neemt schadelijk alcoholgebruik alarmerende vormen aan en zijn meer mensen dan ooit arbeidsongeschikt vanwege psychische klachten, stellen de GGD’en vast.
“Ook krijgen steeds meer Nederlanders, met name met een laag inkomen of opleidingsniveau, op steeds jongere leeftijd (chronische) ziektes of aandoeningen, zoals diabetes en COPD”, vult Ard Kleijer aan, voorzitter GGD Noord- en Oost-Gelderland. “En elk jaar sterven 20.000 mensen in ons land aan de gevolgen van tabaksverslaving en rookt minstens één op de tien vrouwen door tijdens de zwangerschap. Het rookverbod helpt wel, maar is nog niet genoeg.”
De sleutel
Volgens GGD-voorzitters is preventie de sleutel om deze ontwikkelingen aan te pakken. Meer aandacht voor het voorkomen van ziektes zou de levenskwaliteit verbeteren én daarbij ook de zorgkosten verlagen. “Zelfs wanneer bijvoorbeeld maar één procent minder hoeft te worden uitgegeven aan zorgkosten voor hart- en vaatziekten, lopen de besparingen al snel op; tot wel zo’n 80 miljoen euro”, rekenen de GGD’en voor.
Luchtkwaliteit
De GGD-voorzitters wijzen ook op de noodzaak om de luchtkwaliteit te verbeteren. “Maar liefst zes procent van het gezondheidsverlies van alle Nederlanders wordt veroorzaakt door milieufactoren als luchtvervuiling. Gezond kunnen leven en opgroeien is dus echt van meer factoren afhankelijk dan alleen persoonlijke keuzes: mensen moeten ook in staat worden gesteld verantwoorde keuzes te kunnen maken. Je hebt als individu immers geen invloed op de schadelijke stoffen in de lucht (leefomgeving), of op wat fabrikanten in voedsel stoppen”, aldus de GGD-voorzitters.