Zicht op de wachtlijst
Meten is weten, is het adagium van staatssecretaris Blokhuis, die het zijn missie heeft gemaakt om de wachtlijsten in de ggz aan te pakken. Het is een zogenaamd veelkoppig monster omdat er diverse oorzaken zijn voor de lange wachtlijsten. Daarom moeten zeer precieze data verzameld worden over de opbouw ervan. Alleen op die manier kan er daadwerkelijk aan een oplossing worden gewerkt, meent de staatssecretaris.
In 2017 gaf Blokhuis daarom de opdracht om de wachttijden van alle diagnosegroepen per vestiging en regio te registreren. De gegevens worden door Vektis verzameld en zijn in te zien op de website Wegvandewachtlijst.nl.
Nieuwe vragen
De opdracht is sinds januari 2021 aangevuld met een nieuwe vraag voor ggz-aanbieders: hoeveel mensen staan er in totaal op de wachtlijsten? En specifiek moeten instellingen aan Vektis doorgeven hoeveel mensen langer wachten dan de afgesproken maximum tijd, beter bekend als de Treeknorm. Ook moeten instellingen aangeven hoeveel mensen in de afgelopen twee maanden op intake zijn geweest en hoeveel in behandeling zijn gegaan.
Onbeantwoord
Hoewel deze transparantieregeling verplicht is, stromen de antwoorden op deze vragen nog niet binnen. Er zijn in totaal 500 ggz-instellingen die geacht worden zich aan deze transparantieregeling te houden. Samen verzorgen zij 80 procent van het ggz-aanbod.
Niet alle instellingen leveren de cijfers aan. Tot 2021 gaven zo’n 370 instellingen hun wachttijden door. Dit daalde flink met de nieuwe vragenlijst. In februari gaven 220 instellingen alle informatie. In maart waren dit er 280. In april leverde 85 procent van de aanbieders informatie over de wachtlijsten in.
Niet openbaar
De aangeleverde gegevens zijn bekend bij de landelijke stuurgroep wachttijden, maar nog niet openbaar inzichtelijk voor burgers of individuele zorgverzekeraars. Guus de Ruiter, product owner en onderzoeker bij Vektis: “Het lijkt erop dat de ggz-instellingen nog moeten wennen aan deze nieuwe vragen. Ook de antwoorden die we binnen krijgen zijn niet altijd even aannemelijk. Sommige aanbieders geven bijvoorbeeld aan dat ze bij elke diagnosegroep evenveel mensen in behandeling hebben genomen. We zitten nog niet in de buurt van de door ons geschatte 88.000 mensen die in Nederland op ggz-hulp wachten. Dat is een schatting van twee jaar geleden.”
Verkeerd beeld
“Dat is ook de reden dat de gegevens nog niet openbaar zijn”, vervolgt De Ruiter. “We willen voorkomen dat de verkeerde cijfers gecommuniceerd worden en er dus een verkeerd beeld ontstaat. We willen ggz-aanbieders en instellingen helpen bij het invullen van die vragen en de data pas publiek maken als het ook klopt. Ik hoop en verwacht in mei een completer beeld te hebben.”