Ze is net iets meer dan een maand bestuurder bij GGZ Rivierduinen en er is te weinig tijd geweest om haar werkkamer te personaliseren. Dat gaat ze wel snel doen. Vervangende kunstwerken liggen al klaar om opgehangen te worden. Het zal de werkruimte een persoonlijker tintje geven, ook omdat er werk tussen zit van beeldend kunstenaar Erik Timmermans, haar man. Van Schaik vertelt dat hij haar met beide benen op de grond houdt. “Als het aan hem ligt, werk ik fulltime als psychiater. Dat vindt hij een vak. Met dat bestuurlijke heeft hij niet zo veel.” Naast haar bestuurlijke werk is Van Schaik altijd haar uren als psychiater blijven maken. Het vak heeft haar passie vanwege het directe contact met patiënten. Voor een effectieve behandeling is altijd eerst een professionele relatie nodig, vindt ze. “Het is essentieel om een verbintenis aan te gaan. Patiënten willen weten: zie jij mij?”
Mooi en tegelijk zot
De liefde voor de psychiatrie ontstaat tijdens haar studie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze vindt geneeskunde aanvankelijk niet Zo leuk. “Ik moest veel uit het hoofd leren, dat kan ik niet zo goed. Het kostte mij best veel moeite om de tentamens te halen.” De twijfel verdwijnt als ze aan het blok psychiatrie begint. “Dat ging over de totale mens, de maatschappij en hoe jij je daar als behandelaar toe verhoudt.” Dat past beter bij haar. Dat merkt ze, als ze haar eerste jaar als arts werkt bij de Adolescentenkliniek van het AMC. “Het was boeiend om jonge mensen met aanleg voor een psychose te helpen om toch een goede start te maken in het leven. Dat had voor mij als ook nog jonge professional veel betekenis.” De psychiatrie bevalt haar. “Mooi en tegelijk zot aan dit vak is dat jij jouw eigen instrument bent.”
Van Schaik is ambitieus. Thuis heeft ze meegekregen dat je op eigen kracht veel kunt bereiken. “Mijn ouders zijn rond hun zestiende en achttiende vanuit Suriname naar Nederland gekomen. Ze zijn beide ver gekomen, zonder dat ze een netwerk of goed steunsysteem hadden. Mijn vader slaagde erin om financieel bestuurder bij Sotheby’s Nederland in Amsterdam te worden. Dat deed hij in een context van blanke upper class. Het was bijzonder dat hij dat met zijn Surinaamse afkomst kon. Hoewel ik hierover nooit met hem heb gesproken – twee jaar geleden is hij overleden – denk ik dat hij dezelfde drive had als ik. Mijn moeder, die als apothekersassistente werkte, stimuleerde mij om zelfstandig te zijn. Ze vond het goed dat ik al op mijn vijftiende alleen op vakantie ging.”
Slangenkuil
De ambitie van Van Schaik gaat verder dan alleen een goede psychiater worden. Ze wil het werk en de werkomgeving verbeteren en vernieuwen en ‘mag zich graag met dingen bemoeien’. Tijdens haar eerste baan als psychiater wordt ze meteen manager polikliniek en dat in de slangenkuil van het Slotervaartziekenhuis. Dit noodlijdende ziekenhuis wordt vervolgens snel overgenomen door investeerder Jan Schram en geleid door de omstreden Aysel Erbudak. Die saneert het op onorthodoxe wijze. “Onze polikliniek psychiatrie in het Slotervaartziekenhuis werd verzorgd door GGZ inGeest. Daarmee werd het een mikpunt. Want Erbudak ging al vrij snel conflicten aan met alle afdelingen die niet direct onder het ziekenhuis vielen. Ik zag haar van de harde kant. Het was super interessant om psychopathie van zo dichtbij te zien. Als buitenstaander en psychiater was ik ook een vertrouwenspersoon voor haar slachtoffers, zoals specialisten. Ik vergeet nooit meer dat een van deze specialisten vanwege afluistergevaar fluisterend mijn kamer in kwam. Ik dacht toen dat die specialist paranoia was, maar later bleek dat Erbudak het e-mailverkeer had gelicht.” Het onvermijdelijke gebeurt: het Slotervaart stoot de polikliniek psychiatrie af. In de jaren daarna werkt Van Schaik in dienst van GGZ inGeest onder andere als coördinator elektroconvulsieve therapie (beter bekend als shocktherapie) en directeur behandelzaken ouderenpsychiatrie. Behalve in het managementteam kan ze haar ei kwijt in stuurgroepen en commissies. De rode draad in haar loopbaan wordt vernieuwing en verandering. “Ik ben erg oranje en geel, resultaatgericht, maar ook creatief en visiegedreven. Ik kan dingen gemakkelijk aan elkaar knopen. Tegen mijn collega’s zeg ik af en toe: rem mij af, anders ga je straks met tien proefballonnetjes de deur uit.”
Sprong in het diepe
Na elf jaar inGeest is Van Schaik in 2016 toe aan iets anders. Ze kiest voor een nieuwe uitdaging en maakt een switch naar de ouderenzorg. Ze gaat werken als lid raad van bestuur bij Kennemerhart. Deze organisatie komt na een fusie met Amie, een organisatie met financiële en kwaliteitsproblemen, in woelig vaarwater. In de vijf jaar daarvoor zijn bij deze fusiepartner zeven bestuurders gepasseerd. Een van de locaties staat onder toezicht van de toenmalige Inspectie voor de Gezondheidszorg. Zonder bestuurservaring is het voor Van Schaik een sprong in het diepe. Ook de overgang van de ggz naar de ouderenzorg is erg wennen. “Ik kreeg te maken met andere behoeften van medewerkers. In de ggz kun je vertrouwen op kennis en kunde van professionals. Daar willen ze dat je juist niet te veel in hun keuken kijkt. In de ouderenzorg zoeken medewerkers meer sturing en een praktischere visie op zaken. Je moet ze meer bij de hand nemen.”
Een leerzame ervaring is een clash met de centrale cliëntenraad. Die is fel gekant tegen de al voor haar komst ingezette fusie. “Dat was een forum van voornamelijk ‘oude witte mannen’ die van alles van mij vonden. Ze gingen een persoonlijk conflict met mij aan.” Ze verwijten haar niet toegerust te zijn op haar taken. Tijdens een mediation-sessie komt het tot een harde confrontatie, waarbij de voorzitter van de cliëntenraad haar aanvalt op haar uiterlijk. “Hij vertelde dat hij iets ging citeren uit Oeroeg, het boek van Hella Haase, en zei vervolgens: ‘Toen keek ik in die Indische ogen en zag ik een poel van leegheid.’ Ik reageerde: ‘Bof ik even dat ik Surinaams ben en niet Indisch.’ Hij ontplofte en antwoordde: ‘Ze neemt ons niet serieus, deze vrouw.’ Ik vroeg mij af: waar zit ik naar te kijken? Waar gaat dit eigenlijk over? Mijn hypothese is dat hij zich niet met mij kon identificeren en daarom van alles op mij projecteerde. Het ergste was dat niemand ingreep. De centrale cliëntenraad zegde vervolgens het vertrouwen in mij op, gaf een vernietigend interview voor de lokale krant en stapte in zijn geheel op. Daarna kwam er een nieuwe cliëntenraad waarin enkele oude leden terugkeerden. Zij vertelden dat zij zich niet prettig hadden gevoeld, maar dat niet durfden te uiten.
Ideeënstroom
Het duurt een tijd voordat ze zich voldoende een autoriteit voelt in haar nieuwe rol. “Dat zat niet zozeer in het feit dat ik jong, vrouw of van een andere culturele herkomst was. Dat zat vooral in de vraag: hoe eigen mag ik zijn? In het begin als bestuurder was ik mijzelf af en toe ontrouw. Ik deed te veel mijn best om te voldoen aan wat anderen vinden en willen. Ik sprong door hoepeltjes. Nu sta ik mijzelf toe meer mijzelf zijn.” Van Schaik ontwikkelt zich tot een leider die emoties meer toelaat en mensen graag in hun kracht zet. Empowerment vindt ze een van de belangrijkste leiderschapskenmerken. Haar eigen lessen geeft ze door tijdens onderwijs aan andere medisch specialisten met leiderschapsambities, vooral psychiaters. “Als docent geef ik veel van mezelf. Ook daarbij gebruik ik mijzelf als instrument. Lesgeven maak ik heel persoonlijk. Ik vertel uit mijn hart wat ik vind en geef voorbeelden uit mijn eigen ervaringen: de verhalen zoals ik ze heb beleefd.” Van Schaik weet ook wat haar minder sterke kant is als leider. “In mijn enthousiasme en eigen ideeënstroom luister ik af en toe onvoldoende. Ik moet anderen de ruimte geven om ook hun eigen opinie te vormen en ik moet mijn tegenspraak actief organiseren.” Ze is achteraf trots op wat ze bij Kennemerhart voor elkaar heeft gekregen, eerst als lid en later als voorzitter raad van bestuur. Na de tegenwind in het begin krijgt ze de wind mee. Er komt een maatschappelijk debat over de ouderenzorg op gang. Hugo Borst en Carin Gaemers zetten het issue van tekortschietende verpleeghuiszorg op de agenda. De vader van staatssecretaris van VWS Martin van Rijn hekelt de falende ouderenzorg. “Opeens viel het kwartje in Nederland: ouderenzorg gaat over jouw vader en moeder.” Dit heeft een kwaliteitskader tot gevolg inclusief kwaliteitsgelden. Hier maakt Kennemerhart dankbaar gebruik van. Daarnaast timmert de ouderenzorgaanbieder aan de weg met regionale samenwerking die in de ouderenzorg ook een impuls krijgt. Dit leidt tot veel innovatieve samenwerking: een kolfje naar de hand van Van Schaik. Ze steekt veel energie in het initiatief Cazhem.nl, een acute opvangsysteem dat bijhoudt bij welke ouderenzorgorganisatie plek is, triage verricht, plaatsen regelt of extra thuiszorg inzet. De samenwerking met collega bestuurders in de regio verloopt bij dit initiatief soepel. “We hielden geen Poolse landdagen. We begonnen met wat mogelijk was. We maakten duidelijke afspraken en hielden elkaar daaraan.” Dat directe schakelen vindt ze erg fijn. “Als iets niet klopt, bak ik geen zoete broodjes. Dan zeg ik: het is toch idioot dat we, met elkaar, niet genoeg bedden hebben om kwetsbare ouderen op te vangen? Ik ga hier niet de deur uit zonder dat we dat hebben opgelost. Ik kan mij dan beroepen op mijn tropisch temperament. Dat vinden mensen verfrissend en soms ook irritant.”
Tweeledige opdracht
Na bijna zeven jaar ouderenzorg keert Van Schaik in oktober 2022 terug naar de ggz. Toch kiest ze daarmee niet voor de gemakkelijke weg. Want ook bij GGZ Rivierduinen is werk aan de winkel. “Ik heb mij laten vertellen dat Rivierduinen negen bestuurders in zeven jaar tijd heeft gehad. Kortom, deze organisatie heeft stabiliteit en focus nodig, maar we ontkomen ook niet aan de maatschappelijke vraag naar vernieuwing die er ligt. De opdracht is tweeledig. Aan de ene kant zullen we de zorg voor de echt kwetsbaren top moeten organiseren. Aan de andere kant hebben we de opdracht om psychische klachten meer te normaliseren en van ons allemaal te maken. De ggz heeft een Hugo Borst nodig. We zullen meer moeten opvangen in de maatschappij en wijk. Analoog aan de vraag voor de kwetsbare oudere is de vraag: wie wil het boodschapje doen voor een buurman met schizofrenie? Zijn wij in staat om gemeenschappen te vormen die ook mensen met een geestelijke kwetsbaarheid opvangen?”
Bonaire
Dat het deze kant op moet, staat onder meer in het Integraal Zorgakkoord. Partijen in de zorg hebben hierin met VWS afgesproken dat we in de wijk veel meer moeten gaan doen aan preventie van zorg en ondersteuning. Op dat punt kunnen we van Bonaire leren, vindt Van Schaik. Ze weet waar ze het over heeft. Doordat ze Bonaire een aantal keren heeft bezocht – om daar te werken als psychiater of voor beleidsopdrachten – weet ze hoe de zorg daar werkt. “Op Bonaire zijn geen klinische ggz-voorzieningen voor mensen die in crisis raken. Het enige wat je daar kunt is naar Curaçao vliegen, maar iedereen zet zich in om dat te voorkomen. Ze willen het zieke ‘eilandskind’ op het eiland houden. Om die reden hebben ze een ultieme vorm van outreachende zorg ontwikkeld, waar de ggz in Nederland nog een puntje aan kan zuigen. Ze betrekken het hele netwerk: familie, vrienden, buren, oud-klasgenoten, oud-collega’s, kerkgenoten.” Dat netwerk in combinatie met wijkcentra werkt, naast de ggz, ook preventief voor de ouderenzorg, merkt ze tijdens een recent werkbezoek aan Bonaire, samen met zorgprofessionals. “Ze hebben daar veel minder verpleeghuisbedden. De dagbestedingscentra zijn echt de spil van een wijk. Ouderen kunnen daar terecht voor een hapje en een drankje en om eenzaamheid tegen te gaan. Er zijn ook voorzieningen voor mensen met mentale klachten of dementie, ze hebben buurtcoaches en buurtmoeders. De communities die wij in Nederland graag willen, hebben ze daar al.” In een pas afgerond rapport van Van Schaik over de toekomst van de ouderenzorg op Bonaire waarschuwt ze VWS voor de fout om het Nederlandse model (het is de bedoeling om in 2024 daar de Wmo in te voeren, red.) op te dringen. “Ik heb ook een ongevraagd advies gegeven: ga geen schotten maken, indicaties stellen en dergelijke. Kijk naar de kansen. Bonaire is een living lab, waar wij in Nederland van kunnen leren. Als de zorg op dit moment van crises iets nodig heeft dan zijn dat nieuwe perspectieven.
Audrey van Schaik is in 1972 geboren te Amsterdam. Ze is gehuwd met Erik Timmermans en heeft twee dochters (12 en 19 jaar). Na het vwo studeerde ze van 1991 tot 2000 geneeskunde aan de UvA/AMC, waarna ze zich specialiseerde in de psychiatrie bij Geestgronden/GGZ Buitenamstel. Van 2005-2016 bekleedde ze diverse managementposities bij GGZ inGeest en was er directeur ouderenpsychiatrie. In 2016 stapte ze over naar de ouderenzorg als bestuurder van Kennemerhart. En dit jaar keerde ze terug naar de ggz om samen met Sam Schoch het bestuur van GGZ Rivierduinen op zich te nemen. Naast haar werk als bestuurder en psychiater geeft Van Schaik medisch leiderschapstrainingen, doet ze beleidsopdrachten op Bonaire, is zij toezichthouder bij Arkin en Leviaan en is ze mede-oprichter en bestuurslid van stichting Yeye ter bevordering van psychiatrische kennisoverdracht tussen Nederland en Suriname
Dit artikel is verschenen in Skipr Quarterly nummer 1 van 2023
Skipr congres De nieuwe leider in de zorg
Audrey van Schaik is een van de sprekers op het Skipr congres De nieuwe leider in de zorg op 20 juni 2023. Topsprekers Wilma van der Scheer, Walter Baets, Jet Bussemaker, Audrey van Schaik en Maurice van den Bosch nemen u mee in de verschillende voorwaarden en competenties die nieuwe tijden vragen van uw leiderschap. Bekijk het programma of meld u aan.