GGz Breburg heeft onlangs zes hectare grond verkocht op een manier die binnen de zorg nog nauwelijks wordt toegepast. De projectontwikkelaar die het terrein kocht, is verantwoordelijk voor het bestemmingsplan en de contacten met de gemeente.
Bij terreinen met een zorgbestemming is het lastig de grondprijs te bepalen. Niet alleen de ligging van het terrein, maar ook de bebouwing die er op gerealiseerd mag gaan worden is daarvoor bepalend. Voor een optimale opbrengst is een wijziging van de bestemming van ‘zorg’ naar ‘wonen’ noodzakelijk. Dit is een lang en onzeker traject. Het beheersbaar houden van de bijbehorende risico’s vertaalt zich vaak in een lage grondprijs. Het resultaat is een verkoop die voor beide partijen onaantrekkelijk is: een groot risico voor de koper en een lage grondprijs voor de zorginstelling. Een alternatief, dat regelmatig wordt toegepast, is dat de zorginstelling zelf de bestemmingsplanprocedure organiseert; een langdurig en kostbaar traject.
Bestemmingsplan
GGz Breburg besloot het daarom anders aan te pakken. Bij de verkoop van het Van Bergenplein is de projectontwikkelaar, De Nederlandse Bouw Unie, na de koop verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de gebiedsvisie, het bestemmingsplan, de communicatie met de buurt en de contacten met de gemeente.
Pas nadat het bestemmingsplan is gewijzigd en de VON-prijzen van de woningen bekend zijn, kan de grondprijs worden vastgesteld. Een ongebruikelijke methode, maar wel één die de ontwikkelaar de mogelijkheid biedt invloed uit te oefenen op zowel de snelheid van het proces als op realisatie van de hoogst mogelijke grondwaarde. En dat is zowel in het voordeel van de ontwikkelaar als van GGz Breburg.