De 23 grootste ggz-aanbieders in ons land hebben tussen 2012 en 2017 samen ruim 686 miljoen euro verdiend met het afstoten van hun vastgoed. Een deel van hen zag zich daartoe gedwongen om het hoofd boven water te houden.
Negen instellingen hebben hun verliezen weten te compenseren dankzij vastgoedinkomsten. Vijf van hen konden dankzij deze extra inkomsten een negatief bedrijfsresultaat omdraaien naar een plus, terwijl vier instellingen zelfs ondanks de verkoop van panden en grond toch verlies bleven draaien.
Dat blijkt uit een onderzoek van zorgadviesbureau Gupta Strategists naar de financiële gezondheid van grote geïntegreerde ggz-aanbieders.
Solvabiliteit
De financiële gezondheid van de grote ggz-instellingen lijkt op het oog gezond. Tussen 2011 en 2017 steeg de solvabiliteit, waarmee financiële weerbaarheid wordt gemeten, zelfs met 7,4 procent. Uit het rapport blijkt echter dat deze stijging vooral te danken is aan incidentele bijdragen, en dan met name de verkoop van vastgoed. De normale bedrijfsvoering, het leveren van zorg, heeft minimaal bijgedragen aan de betere financiële weerbaarheid.
En dat baart de onderzoekers zorgen. Ze waarschuwen dan ook dat de ggz-instellingen dreigen verder in de problemen te komen, wanneer het overtollige vastgoed op is en ze hun bedrijfsvoering de komende tijd niet verder op orde krijgen.