Ondanks teruglopende bedrijfsresultaten komen de grote ggz-instellingen in steeds stabieler financieel vaarwater, blijkt uit de jaarlijkse benchmark van Adstrat Consulting. Grootste knelpunt om deze positieve trend door te zetten zijn de stijgende personeelskosten.
Voor de benchmark worden jaarlijks de jaarrekeningen van de tien grootste ggz-instellingen tegen het licht gehouden. Parnassia en InGeest ontbreken, omdat hun jaarrekening over 2018 nog niet is gedeponeerd. Het algemene beeld van de overige acht instellingen is dat hun financiële positie blijft verbeteren. De opbrengsten van de grootste acht ggz-instellingen liepen op naar 1,5 miljard euro (een stijging van 2,6 procent). Arkin, GGz Centraal en Lentis lieten de sterkste groei zien, bij GGNet was sprake van een lichte daling.
Schulden omlaag
Breburg boekte afgelopen jaar met 2,5 procent het hoogste resultaat, rode cijfers zijn er voor Pro Persona (-0,7 procent) en GGNet (-0,4 procent). Gemiddeld daalde het bedrijfsresultaat van de instellingen van 2,5 naar 2,1 procent. Dankzij lagere financiële lasten bleef het netto resultaat stabiel op 0,8 procent. Door onder meer het afstoten van vastgoed werden de schulden afgebouwd. De schuld ging met 11 procent omlaag naar bijna 530 miljoen euro. Bij Dimence en GGzE weegt de schuld nog het zwaarst, Arkin en Breburg hebben relatief de minste schulden.
Lage marges, hoge personeelskosten
Al met al komt een positief beeld naar voren uit de benchmark. Toch zijn de instellingen nog niet uit de gevarenzone volgens Gérard Brockhoff, partner en strategieadviseur bij Adstrat. “Voor een structureel gezonde bedrijfsvoering blijven de marges van de ggz-organisaties aan de lage kant.” Grootste knelpunt zijn de personeelskosten. De kosten per medewerker stegen van 74,9 naar 76,2 procent. Dat is sneller dan de stijging van de omzet. Brockhoff: “Voor een hoger bedrijfsresultaat is een betere beheersing van de personeelskosten noodzakelijk, wat gezien de krapte op de arbeidsmarkt vermoedelijk geen eenvoudige opgave zal zijn.”