Het aanleverpercentage van uitkomstmetingen door ggz-instellingen blijft ver achter bij de afspraken die branchevereniging GGZ Nederland en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) hebben gemaakt. Dat constateert ZN.
Over 2011 is van ongeveer 1,5 procent van de behandelingen informatie over effectiviteit beschikbaar, terwijl GGZ Nederland en ZN 20 procent hadden afgesproken. ZN vindt het verontrustend dat ggz-aanbieders er vooralsnog nauwelijks in slagen om het effect van hun behandelingen zichtbaar te maken. Het inzichtelijk maken van behandelresultaten is volgens ZN een belangrijke randvoorwaarde is voor de invoering van prestatiebekostiging in de ggz. Bovendien vinden de zorgverzekeraars het zichtbaar maken van resultaten de beste reactie op de huidige bezuinigingen in de zorg.
Black box
GGZ Nederland en ZN hebben in een bestuurlijk akkoord in 2010 met elkaar afgesproken om voluit in te zetten op het systematisch meten van het behandelresultaat in de ggz, de zogenaamde Routine Outcome Monitoring (ROM). Van oudsher heeft de ggz de reputatie een black box te zijn, waarin onduidelijk is waaraan verzekeringsgelden eigenlijk besteed worden. De invoering van ROM moet hier een einde aan maken. Het instrument moet verzekeraars bovendien in staat stellen om zorg in te kopen bij aanbieders die het meest effectief werken.
Onethisch
De invoering van ROM-gegevens aan de zorgverzekeraars is met name onder professionals in de ggz zeer omstreden. Volgens critici is het gebruik van ROM om behandelresultaten van verschillende instellingen onderling te vergelijken onnodig kostbaar, onethisch en onwetenschappelijk. Met name het voornemen om ROM-gegevens te gebruiken als financieringsgrond stuit op veel verzet.