Tien zorgaanbieders uit de langdurige ggz spanden een kort geding aan tegen de zorgkantoren (Menzis uitgezonderd), omdat ze vinden dat ze geen goede en veilige zorg kunnen bieden van de tarieven die de zorgkantoren bieden voor 2021. Het gaat om Parnassia Groep, Altrecht, GGZ Delfland, GGZ Oost-Brabant, GGNet, GGZ Friesland, Pro Persona, Reinier van Arkel, Yulius, HVO-Querido. De Nederlandse ggz vertegenwoordigde de hele branche omdat veel zorgaanbieders dit niet meer zelf kunnen en “metaalmoe” zijn van het gedoe rondom de zorginkoop.
Dit is de tweede keer dat de zorgaanbieders via de rechter bezwaar maken tegen de Wlz-inkoop. De zorgkantoren moesten vorig jaar hun Wlz-inkoopsystematiek aanpassen. Ze boden aanvankelijk 94 procent van de NZa-maximumtarieven en een toeslag voor zorgaanbieders die aanvullende plannen inleverden om de zorg doelmatiger of duurzamer te maken. De rechter zette daar een streep door, omdat de zorgkantoren die inkoopsystematiek te weinig onderbouwden.
Vernieuwde inkoop
Deze zomer pasten de zorgkantoren hun inkoopsysteem aan. Ze stellen een richttarief van 95,8 procent. Vervolgens kunnen de zorgkantoren dit tarief aanpassen aan de regionale variatie. En als een zorgaanbieder dan nog niet uitkomt met het tarief, dan de aanbieder aanspraak maken op de hardheidsclausule.
De voorzieningenrechter vindt dat deze vernieuwde inkoopsystematiek goed onderbouwd is en voldoet aan alle wettelijke plichten. Daarom zetten de zorgkantoren de inkoop van de langdurige ggz dus door zoals ze dat deze zomer zijn gestart.
Beschermd wonen
Het enige zorgkantoor dat haar Wlz-inkoopbeleid moet aanpassen is Zilveren Kruis. Zij maakten namelijk onderscheid tussen Wlz-zorg van geïntegreerde-zorgaanbieders en die van beschermd-wonenaanbieders. Dat mag niet van de rechter, omdat onvoldoende onderbouwd is waar dat verschil in zit.
Regiobeelden
De maximumtarieven worden vastgesteld door de NZa, maar daarnaast moeten de zorgkantoren zelf onderzoeken of de tarieven die zij bieden reële en kostendekkende tarieven zijn, benadrukte de rechter. Tijdens de rechtszaak beweerden de ggz-aanbieders dat de zorgkantoren dit te weinig doen. Hoewel er geen regio-analyses op tafel kwamen tijdens de zitting, gaat de rechter ervan uit dat de zorgkantoren voldoende onderzoek hebben gedaan, omdat er wel degelijk verschillend wordt ingekocht in verschillende regio’s.
Hardheidsclausules
Als de aanbieders van mening zijn dat ze niet uitkomen met de geboden tarieven, moeten ze aanspraak maken op de hardheidsclausule. Tijdens de rechtszitting werd duidelijk dat de zorgkantoren dit zien als onderdeel van de inkoopsystematiek. De zorgaanbieders hebben vooralsnog weinig gebruik gemaakt van deze mogelijkheid, omdat ze dachten dat dit alleen voor uitzonderlijke gevallen geldt. Door de rechtszaak zien zij hierin nog eventuele mogelijkheden.
Veronique Esman, directeur van brancheorganisatie de Nederlandse ggz zegt hierover: “Het is goed dat in de rechtszaal duidelijk is geworden dat onze leden mogen vertrouwen op een ruimhartige toepassing van die clausule. Daar is nu helderheid over.” Maar daarmee zijn de zorgen niet voorbij, stelt Esman: “We gaan het vonnis daarom goed bestuderen en ons beraden op mogelijke verdere stappen. We maken ons echt zorgen over de kwaliteit en continuïteit van zorg in de Wlz. Die zijn met dit vonnis eerder toe- dan afgenomen.”
Mauk van Heemstra InVerbindingZijn
Dit is een bevestiging dat de wet niet klopt, dus aanpassing moet. Want de rechter toetst alleen aan de wet.
En marktwerking van zorgkantoren is achterhaald, dus wij kunnen niet genoeg problemen verzamelen daarvan om de wetgevers wakker te krijgen dat zij aan de bak zijn!