De aanpak van het programma Meetbaar Beter zorgt tot op het niveau van de individuele arts voor aantoonbaar betere zorg. Dat concluderen de acht hartcentra die deelnemen aan het programma. Zij maakten woensdag 27 november tijdens het Symposium Meetbaar Beter in Apeldoorn hun behandelingsresultaten openbaar.
Meetbare resultaten die geboekt zijn, zijn ondermeer het terugdringen van het aantal nabloedingen en diepe wondinfecties, zegt Edgar Daeter, cardiothoracaal chirurg in het hartcentrum van het St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein. Dat bevestigt ook Victor Umans, cardioloog in het Medisch Centrum Alkmaar (MCA) en vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC). “Alleen al de aandacht voor de indicatoren is bewustwording en dat leidt tot verbetering”, zegt Daeter. Het doel is om ervan te leren en verbeterstappen te zetten.
Om de zorg daadwerkelijk te verbeteren heeft het hartcentrum van het Catharina Ziekenhuis in het kader van Meetbaar Beter -naast een sterfte-analyse van het ziekenhuis- ook een sterfte-analyse per first operator gemaakt op persoonlijk niveau. “Eén operator viel buiten de norm”, vat Jaqcues Koolen, cardioloog in het hartcentrum van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, de bevindingen samen. “Dat gaf te denken. Na een gesprek heeft deze persoon een poos rust genomen en is daarna weer aan het werk gegaan met extra monitoring op zijn functioneren.”
Het transparant maken van de uitkomsten heeft als doel om evidence based behandelresultaten te optimaliseren en de patiëntveiligheid te verbeteren. De methodiek van Meetbaar Beter maakt niet alleen de medische uitkomsten inzichtelijk, maar brengt ook de gezondheidswinst op langere termijn in kaart evenals de kwaliteit van leven na een ingreep. De hartcentra gebruiken de resultaten op de diverse indicatoren om zichzelf te spiegelen en te zien op welke punten zij de kwaliteit van zorg kunnen verbeteren.
Kwaliteitscyclus
Om de resultaten te borgen gaat in elk van de acht deelnemende hartcentra een interne projectleider en een outcome manager aan de slag met de verkregen inzichten. “De vervolgstap die nog gezet moet worden, is om de uitkomsten om te zetten naar een kwaliteitscyclus, een gezamenlijk in te richten verbetertraject”. Dat zegt cardioloog Lex van Herwerden, die spreekt vanuit zijn rol bij de dataregistratiecommissie van de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (NVT). De NVT is niet aangesloten bij Meetbaar Beter en heeft een eigen systeem om relevante data te meten, te delen en inzichtelijk te maken. Eveneens met als doel om de kwaliteit hoog te houden en te verbeteren waar mogelijk. De NVT publiceerde woensdag de sterftecijfers van de 16 hartchirurgische centra in Nederland. Van Herwerden zegt samenwerking met Meetbaar Beter in de toekomst niet uit te sluiten. Vooralsnog kijkt hij graag vanaf de zijlijn hoe het zich ontwikkelt en wil hij beide programma’s “parallel laten bestaan”. “Laat de beste zich maar bewijzen”, aldus Van Herwerden.
Betere zorg patiënt
Of ook de patiënt al aantoonbaar baat heeft bij Meetbaar Beter, is een vraag die zich nog niet laat beantwoorden. Dat zegt Wilna Wind, directeur van patiëntenfederatie NPCF. “Een winstpunt is dat je veel kunt leren; hoe zit het en waarom”, zegt Wind. “Echter, de informatie is nu nog niet begrijpelijk of vindbaar voor de patiënt.” Zij vindt dat er breder gekeken moet worden naar transparantie en dat er meer stappen nodig zijn.
Nieuwe deelnemende hartcentra
Het aantal hartcentra dat aan Meetbaar Beter deelneemt, breidt zich verder uit. “Medisch Spectrum Twente heeft toegezegd toe te treden en Medisch Centrum Leeuwarden heeft ook interesse kenbaar gemaakt”, zegt Dennis van Veghel, programmadirecteur van de Stichting Meetbaar Beter. De verbetermethode is in 2011 gestart door hartchirurgen van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven en het St. Antonius Ziekenhuis in Utrecht en Nieuwegein, in samenwerking met The Decision Group. Inmiddels hebben ook de hartcentra van het Amphia Ziekenhuis, het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam, het Academisch Medisch Centrum Amsterdam, Universitair Medisch Centrum Groningen, Isala in Zwolle en het UMC Utrecht zich aangesloten. Volgens Van Veghel zijn er nog gesprekken aanstaande met andere ziekenhuizen, maar hij vindt het nog te prematuur om namen te noemen.