Het lukt volgens de informatie van de autoriteit bijvoorbeeld in de regio Limburg drie van de vijf ziekenhuizen niet meer om alle kritieke planbare zorg – zoals tumoroperaties – nog altijd binnen zes weken te leveren. Kritieke planbare zorg moet eigenlijk binnen die tijd worden uitgevoerd, om gezondheidsschade te voorkomen. Ook wordt in de regio Limburg helemaal geen planbare zorg – zoals knieoperaties – meer uitgevoerd.
Brabant
In de regio Brabant daarentegen lukt het in zeven van de tien ziekenhuizen nog om de kritieke planbare zorg op tijd uit te voeren. In zeven van de tien ziekenhuizen wordt ook nog planbare zorg geleverd. Of het om dezelfde ziekenhuizen gaat, is niet duidelijk.
De NZa roept ziekenhuizen, zelfstandige klinieken en andere zorgorganisaties op om nog meer samen te werken, “bijvoorbeeld als het gaat om het toegankelijk houden van de kritieke planbare zorg. De toegang tot zorg moet voor patiënten in elke regio ongeveer gelijk zijn”, aldus een woordvoerder.
Urgente zorg
Het is natuurlijk niet zo dat knieoperaties per se overal hoeven te worden geannuleerd, legt hij uit. Als het maar niet betekent dat capaciteit voor minder urgente ingrepen afgaat van zorg die urgenter is, zoals het verwijderen van een tumor of zelfs de heel acute zorg, zoals die voor coronapatiënten.
Een woordvoerder van de ziekenhuizen in de regio Brabant laat weten dat de planbare zorg wordt uitgesteld als dat nodig is voor het op peil houden van meer urgente zorg. “Maar sommige zorg, zoals die van oogartsen, heeft geen invloed op de capaciteit voor bijvoorbeeld coronazorg. Dat kan dan in sommige gevallen alsnog doorgaan.”‘
Planbare zorg
De Patiëntenfederatie vindt dat ook de planbare zorg zoveel mogelijk moet blijven doorgaan. De club wijst mensen erop dat ze hun zorgverzekeraar kunnen bellen als hun ingreep wordt geannuleerd. “De zorgverzekeraar heeft zicht op waar bepaalde ingrepen nog wel kunnen, zoals bijvoorbeeld bij een zelfstandige kliniek. Patiënten vinden een stukje reizen voor een operatie ook helemaal niet erg, zegt hij. “Zolang ze maar niet hoeven te wachten.” (ANP)