Dat blijkt uit onderzoek van IPSE Studies. IPSE Studies onderzocht de kosten en prestaties van de jeugdzorg in 352 gemeenten in 2021.
Verspreid over het land
Gemiddeld bedraagt de kostendoelmatigheid 80 procent over alle gemeenten. Dit betekent dat een gemiddelde gemeente dezelfde prestaties kan leveren tegen 20 procent lagere kosten.
Het blijkt daarbij dat zowel de hoog als laag scorende gemeenten verspreid liggen over heel Nederland. Wel lijkt sprake van clustering, wat waarschijnlijk grotendeels te maken heeft met de regionale samenwerking op het gebied van de jeugdzorg.
Inkoopbeleid
De verschillen in kostendoelmatigheid komen slechts voor een deel door verschillen in de vormgeving van het inkoopbeleid, zoals het type uitbesteding, inkoopprocedures of bekostigingswijze.
In totaal zijn acht kenmerken getoetst. Op basis hiervan kan gekeken worden naar wat het optimale inkoopbeleid voor een gemeente is. En wat de gevolgen zijn van een suboptimaal inkoopbeleid als het gaat om kostendoelmatigheid.
Raamovereenkomst
Het meest opvallende resultaat is het negatieve effect van een raamovereenkomst met tussentijdse toetreding (t.o.v. zonder tussentijdse toetreding) op de kostendoelmatigheid. Verder blijkt de zogenoemde open house-procedure een positief effect op de kostendoelmatigheid te hebben. Dit is een procedure waarbij een gemeente contracten heeft met verschillende aanbieders en burgers zelf hun aanbieder kiezen.
De analyses laten verder zien dat de overige inkoopkenmerken geen eenduidige effecten hebben. Er lijkt wel iets van schaalvoordelen te bestaan: grote gemeenten kopen in tegen lagere kosten. Dit effect is echter klein en de statistische betrouwbaarheid is beperkt.
Kanttekeningen
De inhoud van de contracten per gemeente kan sterk verschillen Net als de outcome van de zorgverlening. Goede indicatoren over outcome zijn beperkt beschikbaar. De indicator ‘afronding volgens plan’ blijkt geen samenhang te hebben met kostendoelmatigheid.
Bij de indicator ‘herhaald beroep’ is dat wel het geval. Kwaliteit en kostendoelmatigheid gaan hier hand in hand. Op basis van deze indicator kan de vaak genoemde stelling dat kostendoelmatigheid ten koste gaat van kwaliteit niet worden onderbouwd. Eerder lijkt het tegenovergestelde waar.