© Gorodenkoff / stock.adobe.com
Aanbieders van pgo’s krijgen betaald als een patiënt hun product daadwerkelijk gebruikt wordt om medische gegevens op te halen. Daar zit meteen het pijnpunt: het gebruik van de digitale omgeving blijft ver achter. De uitrol van de pgo’s is al jaren een opeenstapeling van vertragingen, waardoor nog lang niet alle data beschikbaar zijn. De apotheken gaan bijvoorbeeld pas eind dit jaar van start met aansluiten. Pgo-ontwikkelaars waarschuwden vorig jaar in een brandbrief dat 400 miljoen euro dreigt te verdampen als de uitrol van hun product uitloopt op een flop.
Weinig gebruikers
In november 2022 waren er 56 duizend actieve pgo-gebruikers, schrijft Gupta in het rapport in opdracht van VWS. Die groep groeit met zo’n 30 procent per maand. Daarbij tekent het adviesbureau aan dat iedereen die in een jaar één keer een pgo heeft gebruikt al meetelt als actieve gebruiker. Wie twee verschillende pgo’s uitprobeert, telt dubbel. Hoe vaak mensen hun pgo gebruiken, waar ze het voor gebruiken en tot welke doelgroep ze behoren is allemaal onbekend.
Kosten en baten
Evenzogoed zijn de huidige aantallen bij lange na niet voldoende voor leveranciers om zichzelf te bedruipen. De lasten zijn acht tot tien keer hoger dan de baten, schat Gupta. Leveranciers dekken de kosten door andere diensten aan te bieden, zoals ondersteuning bij thuismonitoring of videoconsults. Ondernemingen die geen andere producten aanbieden, zijn veelal gestopt. Sowieso lijkt het aanbod flink uit te dunnen: in september vorig jaar declareerden slechts dertien van de 21 pgo-aanbieders.
Diensten ontwikkelen
Momenteel hebben de vijf grootste spelers ongeveer 90 procent van de markt in handen, becijfert Gupta. Zij bieden meer diensten dan alleen inzage in gegevens, maar bieden ook aanvullende diensten aan. Voorbeelden daarvan zijn de mogelijkheid om afspraken te maken of keuzehulpen in te vullen. Het zijn dat soort services die de systemen aantrekkelijk kunnen maken voor zowel patiënt als zorgverlener. Maar gezien de belabberde financiële positie en lage gebruikersaantallen is het voor pgo-aanbieders niet interessant om hun product verder door te ontwikkelen. Ook investeren in campagnes voor meer bekendheid en promotie lijkt geen haalbare kaart.
Gebruiksvriendelijkheid
Toch zijn dat juist belangrijke zaken die volgens de Gupta-analisten moeten gebeuren. Ten eerste moet het product beter worden. Uit gebruikerstesten blijkt dat het 84 procent van de gebruikers met een account niet lukt om gegevens op te halen. Kanttekening daarbij is wel dat er grote verschillen in gebruiksgemak zijn tussen de verschillende pgo’s. Ten tweede zou een campagne de bekendheid en het gebruik aan kunnen zwengelen. Van de leveranciers valt dit niet te verwachten, staat in het rapport. Regionaal wordt wel wat aan promotie gedaan, maar een grote landelijke campagne laat voorlopig op zich wachten.
Wegiz
Een derde voorwaarde om het pgo-gebruik op te stuwen ligt bij de zorgaanbieders. Naarmate zij meer gegevens beschikbaar maken, zal het gebruik toenemen. De Gupta-analisten verwachten dat met de invoering van de Wegiz (Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg) het waarschijnlijk verplicht wordt het elektronisch dossier te ontsluiten. In de wet, die onlangs door de Eerste Kamer is aangenomen, staat dat gegevensuitwisseling via pgo’s mogelijk moet zijn.
Deadline voor ziekenhuizen nadert
Ook nadert voor ziekenhuizen de VIPP5-deadline, waarvoor ze vorig jaar nog uitstel kregen. Ze moeten dan in een maand tijd minimaal 5 procent van de patiënten een pgo laten gebruiken. De vraag daarbij is of ze dit doen omdat ze overtuigd zijn van de meerwaarde ervan of omdat ze anders hun geïncasseerde subsidie van bijna twee ton terug moeten betalen. Al eerder bleek dat sommige ziekenhuizen kunstgrepen uithalen om de cijfers op te krikken, zoals medewerkers die ook patiënt zijn bij het ziekenhuis aanmoedigen om in die ene maand vooral een pgo te gebruiken.
Zorgakkoord: pgo’s in 2025
In plaats van het behalen van een stempeltje zouden zorgorganisaties ook kunnen proberen pgo’s zinvol in te zetten in het zorgproces. Dat krijgt in sommige regio’s een extra impuls vanuit regionale netwerken, constateert Gupta. De digitale omgeving wordt dan onderdeel van een breed gedeelde visie, zoals die ook is opgenomen in het Integraal Zorg Akkoord (IZA). Daarin staat overigens een glasheldere doelstelling: “In 2025 beschikken alle inwoners die dat willen over een gebruiksvriendelijke en goed gevulde persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) die van meerwaarde is in het zorgproces en voor iedereen begrijpelijke informatie bevat.”
Scenario’s
Om die deadline te halen zal er nog heel wat moeten gebeuren. Als aan alle genoemde voorwaarden wordt voldaan – meer en betere gegevensuitwisseling, gebruiksvriendelijkere pgo’s met meer promotie en zinvolle inzet in het zorgproces – ziet Gupta het aantal gebruikers in 2025 oplopen tot bijna twee miljoen. In alle andere scenario’s die in het rapport staan beschreven blijft het gebruik steken tussen 0,1 en 1,6 miljoen.
Hans ter Brake
Staat of valt met maatschappelijk relevante en voor mensen, hun naasten en professionals en (zorg)organisaties zinvolle use en business cases.
1. De huidige MedMij gegevensdiensten bieden onvoldoende mogelijkheden. Dat verplicht PGO-gebruikers om portalen en apps te blijven gebruiken.
2. Zorgorganisaties die na het opstrijken van de VIPP subsidies, hun MedMij gegevensdiensten niet doorontwikkelen en zelfs uitzetten.
De patiënt staat centraal, maar, alleen in ons eigen portaal. En dat is onvoldoende als we het zorginfarct willen dempen en mensen geen zorg willen onthouden, ook als deze passend is.
Alsof de TUI-app de terugreis niet regelt. Werkgevers zelf mogen beslissen welke data ze doorgeven aan de belastingdienst. Pensioenfondsen hun medewerking aan MijnPensioenoverzicht mogen afblazen. En gelduitgifteautomaten in bepaalde landen of steden opeens niet werken voor jou.
Overheid, patiëntenvertegenwoordiging en zorgverzekeraars kiezen maar beperkt voor een aanpak vanuit de mens. Scenario E voor de landelijke infrastructuur is onvoldoende doordacht. Australië, Finland en Oostenrijk bewijzen op nationaal niveau en grote implementaties op lokaal niveau, bewijzen dat de mens in de regie werkt. Banken, reisorganisaties en retail laten dat al vele jaren zien.
Hans ter Brake
De brief van de regering vandaag, werpt nieuw licht op financiering:
“De huidige gebruikersregeling (‘Open house PGO regeling’) op grond waarvan de gecontracteerde leveranciers die aan de in de regeling gestelde eisen voldoen een gebruikersvergoeding voor iedere geslaagde nieuwe uitwisseling ontvangen, loopt eind 2023 af. Ik onderzoek op welke wijze na 2023 de financiering van PGO-leveranciers gerealiseerd kan worden en denk daarbij op dit moment aan een reguliere aanbesteding. PGO-leveranciers die niet meedingen naar de opdracht of daarvoor vanwege de gestelde eisen niet in aanmerking komen, kunnen hun PGO in dat geval wel blijven aanbieden, echter zonder daarvoor door VWS betaald te worden. Zij zullen ook aan de verscherpte MedMij eisen moeten voldoen om het MedMij label te behouden en wellicht andere verdienmodellen moeten vinden. Dit kan betekenen dat er minder PGO-leveranciers dan nu overblijven, maar dat deze wel een kwalitatief beter PGO kunnen leveren met meer waarde voor de PGO-gebruiker. De juridische haalbaarheid van een aanbesteding wordt momenteel onderzocht.”
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?did=2023D19451&id=2023Z08206
smitvisch
De PGO-ontwikkeling is volgens mij teveel ontwikkeld buiten de patienten/clientenwereld om, Met excuses aan de NPCF en MedMij die er veel energie in hebben gestoken, maar met slechts een deel van de gehele patienten/ clientenwereld. Maar voor mijzelf is toegang tot het dossier van mijn eigen UMC echt voldoende. Veel andere PGO’s en apps voegen erg weinig tioe en vragen alleen maar tijd.
En dan vergeten we nog alle ouderen en digibeten die moeizaam om kunnen gaan met de digitale wereld en ook geen geld hebben voor de nieuwste technologie op iPad en iPhone gebied.
Cees Smit, Patient Advocate