De gynaecoloog, Jos Beek, is inmiddels overleden. Het Alrijne heeft een commissie onderzoek laten doen. Die verwacht dat Beek nog meer kinderen heeft verwekt dan de 41 die nu zijn vastgesteld. Het Alrijne meldde eerder dat de arts in 1986 was gestopt met vruchtbaarheidsbehandelingen, maar nu blijkt dat hij er in elk geval tot 1990 mee is doorgegaan.
De onderzoekers constateren dat er geen aanwijzingen zijn “dat Beek eigen sperma heeft gebruikt als afgesproken was zaad van de wensvader te gebruiken”.
Aandoening
Volgens het onderzoek was de gynaecoloog drager van een zeldzame erfelijke aandoening. Het is niet bekendgemaakt om welke aandoening het gaat. De verwekte kinderen zijn hiervan op de hoogte gebracht. Zij hebben de aandoening misschien gekregen of ze kunnen die doorgeven aan hun eigen kinderen.
“We weten dat wat Jos Beek deed ook toen tegen normen en voorschriften voor artsen indruiste. Als ziekenhuis beoordelen we dit gedrag als onacceptabel”, zegt bestuurslid Peter Jue van het Alrijne.
Betere informatie
De commissie die de praktijken van de gynaecoloog onderzocht, stond onder leiding van Didi Braat, emeritus hoogleraar gynaecologie aan het Radboudumc in Nijmegen. Zij wil dat de overheid en organisaties donorkinderen beter helpen om informatie te vinden. “Dat is nodig voor huidige donorkinderen en ook met het oog op waarschijnlijke nieuwe vergelijkbare zaken.”
Enkele jaren geleden kwamen de praktijken van gynaecoloog Jan Karbaat aan het licht. Hij zou de biologische vader van ongeveer tachtig kinderen zijn. Daarna zijn vergelijkbare zaken in Zwolle en Den Bosch naar buiten gekomen. (ANP)