De gemeente Den Haag mocht de subsidie van Brijder Verslavingszorg niet korten omdat enkele bestuurders van Parnassia Groep B.V., waaraan Brijder gelieerd is, topsalarissen verdienen. De Haagse subsidieregels zijn in strijd met de wet, stelt de bestuursrechter in het geding dat de organisatie hebben aangespannen tegen de gemeente.
In juli 2014 stelde het gemeentebestuur de subsidie voor Brijder over het jaar 2012 vast op een bedrag van ruim Euro 2,5 miljoen. Dat bedrag was met bijna Euro 105.000 gekort, omdat enkele bestuurders van Parnassia Groep B.V., waaraan Brijder verbonden is, topsalarissen hadden ontvangen.
Omdat het Haagse gemeentebestuur de subsidie om deze reden niet mocht korten, heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de subsidie voor Brijder alsnog hoger vastgesteld op ruim Euro 2.6 miljoen.
Doel
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht mogen aan de subsidieontvanger alleen verplichtingen worden opgelegd als die “strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie”. De extra regels die Den Haag oplegt hebben geen betrekking op het doel van Brijder – het bieden van verslavingszorg – maar dienen ze ander doel, namelijk het voorkomen van topsalarissen bij gesubsidieerde organisaties.
Het verband tussen de verplichting geen topsalarissen te betalen en het bieden van verslavingszorg is echter “te ver verwijderd” om toelaatbaar te zijn, aldus de hoogste algemene bestuursrechter.
De Afdeling bestuursrechtspraak deed in juni 2014 een vergelijkbare uitspraak waarin gelijksoortige subsidieregels van de gemeente Eindhoven ook onverbindend werden verklaard.