De gemeente Haarlem moet het aantal uren huishoudelijke hulp voor vier inwoners verhogen. Tot die uitspraak is voorzieningenrechter in de gemeente gekomen. Het gaat om een voorlopige maatregel in afwachting van de beslissing door de gemeente op ingediende bezwaren en de uitspraak van de rechtbank op het ingediende beroep.
Na de invoering van de Wmo op 1 januari 2015 kregen de vier inwoners van de gemeente Haarlem minder huishoudelijke hulp dan daarvoor. Zij maakten bezwaar bij de gemeente, die hen verwees naar de zorgaanbieder. Die moest zo nodig een nieuw ondersteuningsplan opstellen.
Volgens de voorzieningenrechter kan de gemeente er echter niet mee volstaan te verwijzen naar de zorgaanbieder. Vanwege de medische situatie is van de Haarlemmers is er geen aanleiding te veronderstellen dat kan worden volstaan met minder uren huishoudelijke hulp dan eerder was toegekend.
De voorzieningenrechter heeft de gemeente daarom opgedragen een tijdelijke maatwerkvoorziening te verlenen, die overeenkomt met het aantal uren huishoudelijke hulp dat de betrokkenen ontvingen voordat de Wmo van kracht werd. In één zaak heeft de voorzieningenrechter aanleiding gezien voor meer uren huishoudelijke hulp, zo is te lezen op Wmo-magazine.nl.