De ziekenhuizen splitsen hun samenwerking de komende jaren op in twee fases. In de eerste fase blijven de afdelingen zelfstandig, maar gaan ze wel steeds intensiever samenwerken. Dat moet verbetering van de kwaliteit, ruimte voor innovatie en een steeds uniformere werkwijze opleveren. De afdelingen blijven dan nog het aanspreekpunt voor de ‘eigen’ verwijzers en interne specialisten. “Belangrijk om toe te voegen is dat er geen exclusieve verwijsrelatie is. Patiënten blijven vrij om hun eigen keuze te maken voor een behandelcentrum”, zegt radiotherapeut Birgit Hollmann van het HagaZiekenhuis.
Integratie
Als de intensievere samenwerking bevalt, wordt in de volgende fase toegewerkt naar verdere integratie van de afdelingen. Dan heeft de regio een groot radiotherapeutisch centrum dat het volledige palet aan radiotherapeutische behandelingen zo dicht mogelijk bij de patiënt aanbiedt. Dat is conform de visie van de beroepsvereniging NVRO. Die vindt dat van belang omdat de radiotherapeutische zorg steeds complexer wordt. Er komen steeds meer subspecialisaties waaraan hoge eisen worden gesteld. Hollmann: “Om aan die eisen te blijven voldoen, is schaalgrootte voorwaardelijk. Dan heb je grote aantallen patiënten nodig om de kwaliteit te kunnen waarborgen.”
Samenwerking
De radiotherapie-afdeling van het Reinier de Graaf ziekenhuis is in 2015 al geïntegreerd met het LUMC. Ook wordt samengewerkt met het Holland Protonen Therapie Centrum in Delft.