Scheepstra promoveerde afgelopen februari op psychotrauma in de medische setting. Een positief gevolg van corona is het optuigen van teams voor psychische ondersteuning in ziekenhuizen, vertelt hij aan Medisch Contact. “Ik hoop dat die teams na deze periode blijven. Al weet ik niet hoeveel er gebruik van wordt gemaakt.”
Vergelijking algemene populatie
Bijna 2 procent van de artsen loopt op het werk een posttraumatische stressstoornis (PTSS) op. Dit is bijna parallel aan de doorsneebevolking, echter is het daar zelden werkgerelateerd, legt Scheepstra uit. “Die 1,7 procent lijkt misschien niet zo hoog, maar als je ziet dat dit alleen door het werk komt, is het veel, vooral als je weet wat een impact PTSS heeft op het functioneren. Een heftige gebeurtenis beïnvloedt de arts, maar ook de kwaliteit van zorg: minder professioneel gedrag, slechtere uitkomsten voor de patiënt en meer medische fouten.”
Ervaringen onderzocht
Voor zijn promotieonderzoek onderzocht Scheepstra de ervaringen van verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen, orthopedisch chirurgen en psychiaters. Hij constateerde dat zo’n 7 procent last had van depressieve klachten, 14,5 procent van angstklachten en 19 procent van stress.
‘Second victim’
Op basis van zijn bevindingen pleit Scheepstra voor een geprotocolleerde aanpak, waarbij zorgverleners actief worden benaderd na een heftige gebeurtenis.
“Vermijding is een van de vier symptoomclusters. Iemand met trauma kan een herbeleving krijgen en zal dat proberen te vermijden. Daarnaast weten we dat de drempel om zorg te zoeken hoog is. Dokters hebben veel verantwoordelijkheidsgevoel. De keerzijde is dat ze vinden dat ze alles zelf moeten oplossen. Zelf slachtoffer zijn, dat past een medisch specialist niet. We noemen dat second victim, waarbij de patiënt het eerste slachtoffer van bijvoorbeeld een incident is. Ik vind dat nogal een pathetische term en ik denk veel specialisten met mij. Ze willen geen slachtoffer zijn.”