Foto: Martijn Beekman
De minister reageert op vragen van D66-Tweede Kamerlid Rens Raemakers. “Wat gaat u eraan doen om te voorkomen dat geestelijke gezondheidszorg (ggz)- instellingen moeten sluiten vanwege een personeelstekort, terwijl hier patiënten opgevangen worden met dusdanig hoogcomplexe problemen die nergens anders opgevangen kunnen worden?”, vraag het Kamerlid. Hij verwijst hiermee naar een reeks sluitingen van ggz-organisaties en -afdelingen in het afgelopen jaar.
ZZP’ers
Helder wijst in haar antwoord op een opvallend contrast binnen de Nederlandse ggz. “In dit licht is het opvallend dat het aantal gezondheidszorg (GZ) psychologen de afgelopen vijf jaar met meer dan twintig procent is toegenomen. Dit zou juist voor meer behandelcapaciteit moeten zorgen. Een verklaring voor deze twee tegengestelde bewegingen is dat we vaak zien dat personeel er voor kiest om (al dan niet als ZZP’er) lichtere zorg aan te bieden in plaats van te werken binnen de instellingen die complexe specialistische en intensieve zorg bieden. Dat vind ik zorgwekkend.”
Prikkels in het systeem
De minister is daarom met het veld in gesprek over de vraag wat ervoor nodig is om het werken binnen de instellingen zelf aantrekkelijker te maken. “Ik zie daarbij een grote rol weggelegd voor de werkgevers zelf, maar we moeten ook nagaan of de prikkels in het systeem nu goed staan. Het is van belang om het zorgpersoneel en instellingen te stimuleren om zich te (blijven) ontfermen over complexe(re) patiënten. Ik wil daarom in het kader van het Integraal Zorg Akkoord (IZA) afspraken maken met zorgaanbieders, professionals en zorgverzekeraars op dit punt, om te zorgen dat ook patiënten met een complexe(re) zorgvraag op goede en passende zorg kunnen blijven rekenen.”
In het nieuwe bestuurlijke akkoord dat in september wordt verwacht wil de minister afspraken maken over de ‘structurele vragen die in de ggz moeten worden aangepakt. Toegankelijkheid en wachttijden zijn daarbij belangrijke thema’s. Zo zouden zorgaanbieders meer duidelijkheid moeten geven over hoe lang de wachttijden nu eigenlijk zijn. Volgens Helder is daar al het nodige aan gedaan. “Het verbeteren van transparantie op het gebied van de wachtlijsten is vanaf het begin één van de belangrijkste speerpunten van de wachttijdenaanpak geweest. Er zijn sinds 2020 dan ook grote stappen in gezet. Zo zijn aanbieders door de aanpassing van de Transparantieregeling verplicht om de gemiddelde wachttijden door te geven aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en hebben we sinds begin 2021 ook inzicht in het aantal wachtenden. In vervolg op deze stappen maakt de NZa problemen in de toegang tot- en wachttijden in de ggz verder inzichtelijk, bijvoorbeeld door onderzoek te doen naar het aantal dubbel- en voorkeurswachtenden”, aldus de minister.
Jorrit Stroosma
Om het werken in de (complexe) specialistische ggz aantrekkelijker te maken schaffen we als eerste het zorgprogrammatisch werken af, daardoor kunnen de instellingen weer een eigen visie op de zorg gaan ontwikkelen zonder dat het een mandaat van de zorgverzekeraars is. Want veel grote instellingen hebben op dit moment een visie die te weinig een menselijke maat bevat. Het gaat vooral om binnen het budget blijven en de mandaten van de zorgverzekeraars naleven, hierdoor hebben managers binnen de instellingen zonder een echt zorghart een te grote vinger in de pap.
Juist in de (complexe) specialistische ggz hebben behandelaren de ruimte en rust nodig om een band op te bouwen met de persoon die in de psychische problemen zit, dan werkt het erg contraproductief dat het na 1 jaar al weer over moet zijn met de behandeling vanuit de mandaten van de zorgverzekeraars.
Als de instellingen gewoon een budget krijgen voor alle salarissen, exploitatiekosten en een 3% – 5% “winst” om o.a. investeringen van te doen heb je volgens mij de zorgkosten als land meer onder controle dan nu met de “marktwerking” met soms exorbitante winsten én verliezen waardoor instellingen moeten sluiten.
Jorrit Stroosma
In de zin “… soms exorbitante winsten én verliezen waardoor instellingen moeten sluiten.” moet én vervangen worden door óf.
Hans ter Brake
Digitalisering en gegevensuitwisseling in IZA
IZA: “In 2025 beschikken alle inwoners die dat willen over een gebruiksvriendelijke en goed gevulde persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) die van meerwaarde is in het zorgproces en voor iedereen begrijpelijke informatie bevat.”
Ik denk dat de PGO – net als in Finland – een belangrijker rol moet spelen dan nu voorzien in het IZA omdat, de mens:
1. is zelf de enige constante in alle zorgprocessen,
2. kent als enige het persoonlijke sociale en zorg-netwerk en beslist toenemend zelf met welke naasten en professionals,
3. kan als enige eigen registraties en gegevens uit verschillende bronnen consolideren en
4. heeft belang bij het tijdig, veilig en gecontroleerd beschikbaar zijn van gegevens, toenemend inclusief eigen registraties.
Zie de PGO als TUI-app:
a. mensen hebben een unieke en samenhangende reis door gezondheid en zorg, met eigen regie;
b. professionals krijgen als ‘tijdelijk reisgezelschap’ de beschikking over gegevens, en kunnen die verwerken met eigen software.
De PGO kan de volgende digitaliseringsafspraken in het IZA (helpen) invullen (paragraaf 3.7):
1. Set van kerngegevens. … in 2025 is een set van kerngegevens uiterlijk binnen 24 uur na registratie beschikbaar voor elke zorgverlener. HtB: via PGO als gegevenskluis van de mens, incl. breaking glass.
2. Landelijk dekkend netwerk van ICT-infrastructuren en -systemen. HtB: MedMij is landelijk en API-gebaseerd. Verplicht dus elke zorgaanbieder tot een set van zinvolle gegevensdiensten, die de PGO automatisch bijwerken.
3. Standaardisatie. HtB: stel set gegevensdiensten verplicht onder Wegiz, incl automatisch bijwerken PGO door zorgaanbieders. Hierdoor is PGO altijd up-to-date voor 1.
4. Generieke functies. Uiterlijk in 2025 zijn de 6 generieke functies (lokalisatie, identificatie, authenticatie, autorisatie, toestemming en adressering) onder regie van het ministerie van VWS ingevuld.
5. Toestemming voor het delen van gegevens en privacy. VWS bereidt een wetsaanpassing voor waardoor het mogelijk wordt om voor de acute zorg gegevens zonder toestemming beschikbaar te stellen in een elektronisch uitwisselingssysteem, tenzij de patiënt of cliënt bezwaar heeft (HtB: via PGO, zie 3 en 1).
6. Persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO). VWS ondersteunt de aansluiting op PGO’s en faciliteert de communicatie over PGO’s aan patiënten en zorgverleners. HtB: positioneer PGO als TUI-app.
7. Transformatie naar hybride zorg. HtB: PGO als aanjager.
8. Data worden digitaal, eenduidig en gestandaardiseerd geregistreerd in het zorgproces en (HtB: via PGO en informed consent) beschikbaar gesteld voor secundaire doelen.
9. GGZ. Binnen de ggz maken we beter en meer gebruik van digitale zorg en ondersteuning, om de werkdruk op de ggz te verminderen en de toegang tot de ggz te verbeteren. HtB: via PGO: Positieve Gezondheid, zelfmanagement, ecommunities, GGz-appwijzer en koppeling met regionaal aanbod van etherapie.
Peter Koopman
IZA, “Complexe GGZ” en toename aantal GZ-psychologen worden door Minister Helder met elkaar in verband gebracht. Dit levert een onHelder beeld op: 1. Integrale Zorg Akkoorden zijn te relateren aan de kenmerkende randvoorwaarden, waaraan eerst voldaan dient te worden. Bijvoorbeeld de reparatie van de loonkloof bij oa verpleegkundigen; 2. GZ psycholoog is een generalistisch psychologisch beroep op het terrein van de individuele gezondheid ( art. 3 BIG beroep ) en geen specialistisch GGZ beroep. 3. De koppeling van wachtlijsten aan complexe GGZ is hier onduidelijk. “Complex” kan ook betekenis hebben “niet alleen GGZ zorgvragen betreffend”, bijv. ook sociale deprivatie: werkloos, geen onderdak, armoede, geen familierelaties, verwaarlozing enz. Of ook de betekenis: langjarig perioden van terugval en psychosen. Dus wat wil VWS met deze “inspanningsverplichting” nu zeggen?
berg7600
Alles nog eens op een rijtje:
Mijn pleidooi om het aanhouden van wachtlijsten in de GGZ te verbieden leidt in een klap tot het inzichtelijk krijgen van knelpunten, waarna gericht actie kan worden ondernomen.
https://www.zorgvisie.nl/blog/verbied-wachtlijsten-in-de-ggz/
Helaas is het juridisch niet mogelijk om het aanhouden van wachtlijsten te verbieden .
https://www.zorgvisie.nl/blog/verbod-op-wachtlijsten-in-de-ggz-juridisch-onhaalbaar/
Deze oplossingsrichting kan alleen op vrijwillige basis uitgevoerd worden. Ik hoop dat alle neuzen dezelfde kant op gaan staan, zodat het opheffen van de wachtlijsten in de GGZ per 1-10-22 kan plaatsvinden.