Dat blijkt uit de IZZ Monitor Gezond werken in de zorg 2024. Over het geheel is de werkdruk van zorgmedewerkers licht gedaald en de algemene gezondheid verbeterd.
Zwaar beroep
Van de helpenden en verzorgenden ervaart 55 procent hun werk als fysiek zwaar, vergeleken met 21 procent bij andere zorgmedewerkers. Bijna een derde (30 procent) voelt zich lichamelijk uitgeput door het werk, bij andere zorgmedewerkers is dat 16 procent. De fysieke werkdruk is met name hoog onder helpenden en verzorgenden die al langer dan tien jaar in dezelfde functie werkzaam zijn.
Gezien de zware fysieke belasting, is het van belang dat het werk van helpenden en verzorgenden in de vvt wordt erkend als een zwaar beroep, schrijft Stichting IZZ. “Dit zou niet alleen hun werkbelasting recht doen, maar ook meer bewustzijn creëren voor de uitdagingen die zij dagelijks ervaren,” zegt Irene van der Fels, onderzoeker Gezond werken in de zorg bij Stichting IZZ. “Om zorgmedewerkers langer gezond, energiek en inzetbaar te houden, moeten we investeren in preventieve ondersteuning,”
Hoog verzuim
Met een op de vijf medewerkers die het afgelopen jaar werkgerelateerd verzuimden, kent de vvt-branche het hoogste verzuim van alle zorgsectoren. Naast een hoge fysieke werkdruk valt op dat helpenden en verzorgenden minder psychologische veiligheid ervaren en minder zeggenschap in het werk krijgen dan andere beroepsgroepen, wat mogelijk de oorzaak is van het hogere werkgerelateerde verzuim onder deze beroepsgroep.
Veilige werkomgeving
Een goede balans tussen werkeisen en energiegevers zorgen voor meer bevlogen en minder uitgeputte medewerkers. Dit leidt vervolgens tot een lagere uitstroomintentie uit de zorg en minder werkgerelateerd verzuim.
Vooral een psychologisch veilige werkomgeving is een belangrijke energiegever. Medewerkers die werken in een psychologisch veilige werkomgeving zijn ook beter in staat om mee te denken met structurele veranderingen in het werk.
Medewerkers die meer empowering leiderschap van hun leidinggevende ervaren zijn meer tevreden over hun leidinggevenden. Leiderschapskwaliteiten zoals begripvol, vriendelijk en bereid om stelling te nemen zijn daarbij belangrijk.
Werkdruk
In de IZZ-monitor is de cognitieve-, kwantitatieve-, emotionele- en fysieke werkdruk gemeten. Alle vormen van werkdruk zijn licht gedaald ten opzichte van de afgelopen twee jaar, maar de kwantitatieve werkdruk blijft onder alle medewerkers hoog. Bijna de helft van de medewerkers (46 procent) heeft vaak of altijd onvoldoende tijd om het werk af te maken. De kwantitatieve werkdruk is het hoogst onder artsen/medisch specialisten en psychologen/therapeuten. Psychologen en therapeuten ervaren daarnaast ook de meeste emotionele werkdruk van alle medewerkers in de zorg. Verpleegkundigen, artsen en medisch specialisten ervaren de meeste cognitieve werkdruk van alle medewerkers in de zorg, daarbij gaat het bijvoorbeeld om het nemen van moeilijke beslissingen.
Verloopintentie
De verloopintentie, het percentage medewerkers dat er over nadenkt de zorgsector te verlaten, is over het algemeen afgenomen. Wel blijkt dat medewerkers jonger dan 36 jaar een hogere verloopintentie hebben dan hun oudere collega’s. Zo denkt 40 procent van de jonge medewerkers er wel eens over na om de zorgsector te verlaten. Ook geven jonge medewerkers die hebben verzuimd vaker aan dat het verzuim werkgerelateerd is dan hun oudere collega’s.
Jaarlijks onderzoek
Stichting IZZ onderzoekt jaarlijks in samenwerking met de Universiteit Leiden en de Universiteit Utrecht hoe het werken in de zorg wordt ervaren en hoe dit verband houdt met gezondheid en welzijn. In totaal hebben ruim vijfduizend medewerkers aan de vragenlijst deelgenomen, van wie 4400 de vragenlijst volledig hebben ingevuld.