De nieuwe methode is geschikt voor patiënten bij wie de tumor in de prostaat na een eerdere behandeling is teruggekeerd. In de nieuwe methode wordt een kortwerkende ruggenprik toegepast waardoor patiënten volledig op de afdeling radiotherapie behandeld worden in plaats van op de operatiekamer. Daardoor liggen zij minder lang met bestralingshulpmiddelen in het lichaam. “De patiënt ligt direct op de juiste plek en in de juiste positie voor de bestraling en wordt niet meer verplaatst,” legt Peter Koper, radiotherapeut-oncoloog bij HMC uit. “Door de kortwerkende pijnstilling is de patiënt na de ingreep sneller op de been en kan eerder naar huis.”
Druk op operatiekamer verlichten
De behandeling was eerst een langdurig proces waarbij de voorbereiding op de operatiekamer begon en de patiënt vervolgens naar verschillende afdelingen werd verplaatst. Patiënten kregen als pijnstilling een langwerkende ruggenprik en moesten een groot deel van de dag plat blijven liggen met de geplaatste bestralingsnaalden in hun onderlichaam om te voorkomen dat ze verschuiven. “Nadeel voor de patiënt was het langdurig stil- en platliggen,” zegt radiotherapeut-oncoloog Carmen Liskamp. “En ook de tijd die het duurde voordat de ruggenprik uitgewerkt was en mensen weer naar huis konden. Vaak was dit begin van de avond.”
Door het inhalen van operaties die door de coronacrisis zijn uitgesteld, is de druk op operatiekamers groter geworden. “Moet deze behandeling bij terugkerende prostaatkanker altijd op een operatiekamer was de vraag die we onszelf stelden,” vertelt Koper. “In overleg met onze afdeling anesthesie passen we nu een speciale kortwerkende vorm van ruggenprik toe,” legt Koper uit. Patiënten krijgen in de ochtend de ruggenprik van een anesthesist op de verkoeverkamer. Na deze procedure wordt de behandeling volledig gedaan op de afdeling radiotherapie. De patiënt wordt niet meer verplaatst. Het risico op het verschuiven van de naalden voor de bestraling is minimaal.”
Direct op de been
Ook is het rekenprogramma vervangen door een real-time systeem waardoor het doorrekenen van het bestralingsplan sneller gaat. De hele procedure kan binnen 2,5 uur worden afgerond. De ruggenprik werkt snel uit, waarmee het gevoel in het verdoofde gebied en de blaas weer terugkomt. Liskamp: “De patiënt is direct na de ingreep mobiel. Praktisch alle patiënten kunnen aan het eind van de middag, zodra zij zich goed voelen en goed kunnen plassen, het ziekenhuis weer verlaten.”