De kans op babysterfte is hoger als de bevalling begint onder leiding van een verloskundige, in de eerste lijn. Bij deze zogenaamde laag-risico-bevallingen is de kans op babysterfte 2,3 maal zo hoog als bij hoog-risico-bevallingen die starten onder supervisie van een gynaecoloog, in de tweede lijn.
Dat blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht dat woensdag in het tijdschrift British Medical Journal wordt gepubliceerd. Volkskrant en NRC Next schreven over het onderzoek.
Hoge sterfte bij thuisbevalling
Als een vrouw tijdens een thuisbevalling, onder leiding van een verloskundige, naar het ziekenhuis gebracht moet worden is de kans op babysterfte zelfs 3,7 keer zo hoog. De onderzoekers analyseerden bijna 38.000 geboortes in de regio Utrecht uit 2007 en 2008. In totaal overleden 99 baby’s, dat is 2,6 sterfgevallen per 1000 bevallingen. Hiervan overleden er 36 tijdens of na de bevalling, dat is 1 per 1000.
Richtlijnen schieten tekort
De onderzoekers noemen de resultaten ‘verrassend’. ‘Bij laag-risico-bevallingen verwachtten we minder babysterfte en intensive care-opnames, maar het omgekeerde is waar. De huidige richtlijnen en technieken om het risico in te schatten schieten kennelijk tekort.’ De onderzoekers pleiten voor een verandering van het verloskundige systeem om het risico terug te brengen. Zo moet er betere bewaking zijn rond de bevalling, beter transport bij noodgevallen, meer informatieoverdracht tussen professionals en een betere risico-inschatting door die professionals.
Financiering aanpak
Het verloskundig systeem in Nederland staat al langer ter discussie. Zo presenteerde de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte in eind 2009 een plan van aanpak om de babysterfte binnen vijf jaar met de helft terug te dringen. Tijdens Prinsjesdag werd al bekend dat het ministerie van VWS komend jaar 24 miljoen euro uittrekt om de babysterfte aan te pakken. Dat bedrag moet voor 2012 en de jaren daarna oplopen tot 38 miljoen euro. (ANP)